United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op den eersten zachten lentedag kwam de stille vrouw weer, het blonde meisje aan de hand houdende, dat nu liep. Het had nog dezelfde verbaasde vraag-oogen, en hetzelfde zon-haar; maar diep-in begonnen de oogen te raden....

"Diep-in had dit kind het geweten, maar het nauwelijks durven denken. Ze had immers van kind-af, 't zoo anders geleerd..., thuis, op school."

In de Galleria delle Statue treft mij het meest de verminkte Eros naar Praxiteles, zonder armen en zonder beenen, en daarom zoo pijnlijk, zoo armoedig, als eene gemartyrizeerde godheid, maar zijn kop is intact, het haar wat opgebonden in een strik op het hoofd van voren.... Eene onuitsprekelijke peinzing in de neêrkijkende oogen, waarin bijna iets trilt van wroeging, omdat hij de liefde is en het leed geeft aan de arme menschen; en dan tevens dat aanbiddelijk noodlottige van geheel zijn armelijk verminkt wezen, alsof hij stil fluistert: ik kan niet anders en ik moet zoo: vergeef me.... En zijne ziel, de zoete ziel van dat stuk marmer is zoo iets zoets, zoo iets diep-in levends, dat mijne oogen vochtig worden, als ik hare openbaring opmerk, en dat ik hem zoû willen troosten, en hem zeggen: het leed, dat je geeft: het is het geluk, en de arme menschen, ze willen het niet missen, nooit....

Maar toch komt het mij voor, dat de sociaal-democraten wat al te véél verwachten van die uiterlijke omstandigheden en te weinig letten op het arme, verharde innerlijk der lijdende menschheid, dat door géén uiterlijke omstandigheden diep-in te wijzigen is. Doch dit heeft niets te maken met de inwerking van betere toestanden op de massa.

Want, wat ons nu nog schei, 't Gordijn des Levens, met een rustig beven Zal ik ook eenmaal zien omhoog-geheven En naar Uw beeltnis in der Eeuwgen rei Staren, tot stil Uw wenk mij roept, waar zij, Die 't diep-in meenden, eeuwig zullen leven.

O, mijne broeders al, gij, Onbekenden, Die kwaamt en gingt, maar zonder ooit te spreken, Daar gij verkoost met geen geluid te schenden De heil'ge stilte van het diep-in leken Der onder oogenrand gebleven tranen Om mensch-verdwazing en der aarde wanen.

O, is de heele Menschheid, hier op aard verschenen, Eén bonte ontbloeiïng van het diep-in Eeuwig-Eéne? Van Neen op Ja, van 't Kleine tegen 't Groote, Onder steeds reddeloos geleden pijnen, Waar zich vergaan in voelt het Teêre en Fijne, Het Levensraadsel uit is opgeschoten?

Ze zei het opgewekt en bijna vriendschappelijk; haar stem had diep-in iets dofs, als van wie gewend is altijd moe te wezen. "En nou zou m'n meissie hier komen dienen?" vroeg vrouw Plas. Juffrouw Jonkers knikte, een beetje verlegen, alsof zij zich tegenover de moeder-zelf schaamde, dat zij het met een zoo zielig slag van dienstbode zou moeten stellen.

In het bosch, aan den rand van een smal zandpad, stond een klein viooltje, een blauw, ach, zoo zacht-blauw viooltje: blauw, als denkende kinderoogen, als oogen, waar diep-in raden van levensdroefheid angstigt. 't Stond wonder klein in 't groote bosch. Hoog, recht, streefden de dennen er òp uit de aarde. Hun kruinen reikten in 't licht. Geheimzinnige zangen zongen ze.

Want de glimlach is maar even; over het gelaat wasemt eene benevolente glimlachende zachtheid, en het oog, met diep-in gloeiende intelligente vonk, wendt overal heen zijn innigen blik, met iets van liefhebben en weemoed, over de juichende getrouwen... En navrant is dit: die Majesteit der Katholieke Kerk, toegejuicht, maar omgeven door Zijne onwaardige, onplechtige, slordige cortège: de vuile choorjongens, de gore kanunniken, de leelijke dragers, gaande tusschen de planken die een hek vormen...