Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
En zo gij ons moet bedroeven, laat dan uw boertige taal achter, ik bid u." "Het heeft geen nood, Mijnheer Robrecht," antwoordde Diederik, "maar ik weet niet hoe u die tijding aan te kondigen; want het pijnt mij dat ik een ongeluksbode zijn moet." De vrees drukte zich op de aanzichten der toehoorders uit; zij bezagen Diederik met angstige nieuwsgierigheid.
Diederik de Vos begon een wijdlopige beschrijving van de toren te Bourges en verhaalde het meisje alles wat hij zelf wist. Met de grootste dienstwilligheid antwoordde hij op haar minste vragen, en troostte haar bij gelukkige voorspellingen.
"Ja, mijn broeder, Mijnheer Robrecht van Bethune zit te Bourges in Berry gevangen, en Mijnheer Willem te Rouen. Van al de Edelen die met u bij de Graaf waren, is er slechts één dit droevig lot ontkomen en dit is geen andere dan de listige Diederik." "Nu begrijp ik het afgebroken woord en de tranen der ongelukkige Machteld.
De graaf van Bossu, die als Stadhouder voor Alva het bewind voert, evenals Diederik Sonoy dat doet in naam van den Prins van Oranje, heeft daar nog vasten voet en bespiedt met vorschend oog de Zaanstreek, gereed om bij de eerste gunstige gelegenheid het hart van Noord-Holland te bespringen en te veroveren.
De Franschman scheen echter volstrekt niet barsch te zijn en er lag eene vriendelijke beleefdheid in zijn' toon van spreken, toen hij den ouden heer vroeg: "Neem mij niet kwalijk, ik hoorde straks in de gerechtszaal den naam "Weber;" heet gij Weber?" "Jochem Hendrik Weber," zeide de oude heer en stond zoo rechtop als een paal. "Hebt gij niet een broeder, die Adolf Diederik heet?"
Ook had hij zijn tocht aan een trouwe dienaar bekendgemaakt, opdat hij hetzelve aan Deconinck en Breydel zou boodschappen, en om hun waakzaamheid over de jonge Gravin te roepen; dit was echter onnodig, mits Diederik de Vos reeds met geheime bevelen bij de Deken der wevers geweest was.
"Gij hebt het gezegd, Mijnheer Van Bethune," antwoordde Diederik, "ziehier de zaak die mij tot de dood toe bedroeft: Johanna van Navarra en Enguerrand de Marigny zijn te Compiègne!" Die namen hadden een schriklijke werking op al de ridders. Zij werden als met stomheid geslagen en bogen hun hoofden zonder een woord te spreken.
Ik heb nooit gezien dat een kat vanzelf in de zak kruipt, maar bij de duivel, ik zal het eer weinig te Compiègne kunnen zien, of het feilt mij aan gezond verstand." "Zijt gij heel zeker van hetgeen gij zegt, Diederik? Spot niet, gij bedroeft mij." "Zeker? Gelief in de zaal te gaan. Gij zult al de heren bij onze Graaf uw Vader zien.
De Geuzen gehoorzaamden; daarna kapten zij eene bijt in het ijs, waarin zij het lijk smeten van Diederik Slosse. Toen zeide messire Worst: Groeit er gras rond de schepen? Me dunkt, ik hoor hoenders kakelen, schapen blaten en runderen loeien? Dat zijn de gevangenen voor onzen mond, antwoordde Uilenspiegel; zij zullen hun rantsoen in stoverije betalen.
Na enige ogenblikken werd de brug neergelaten en Robrecht van Bethune trad in het slot. Diederik naderde hem, na hij van zijn paard gestegen was, en sprak: "Het is niet nodig, Mijnheer Robrecht, te vragen hoe gij uw vijand bejegend hebt: het zwaard van de Leeuw heeft nooit gelogen. Gewis is Mijnheer De Chatillon op reis naar de andere wereld?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek