Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Robrecht nam de jonge Machteld bij de hand en bracht ze uit de kamer. "Ik zal u de zieke laten zien," zegde hij, "maar spreek niet luid in zijn tegenwoordigheid." Adolf van Nieuwland was door de knapen in een zaal van Robrechts woning gedragen en op een bed gelegd. Twee heelmeesters hadden de wonde vermaakt, en stonden met Diederik de Vos bij het ledikant.

In dit zelve jaar namen de Watergeusen den Briel in; en de Prins van Oranje wierd in 't openbaar voor een Hoofd der Vereenigde Bontgenooten verklaart. Diederik van Bronkhorst nam Sneek, Bolswert en Franeker in, alzo het volk daar meest uit verloopen was. En des Konings Colonel, Casper de Robles, Heer van Billi, daarentegen lag bezettinge op de zeedyken.

Boven al die geschiedkundige figuren der overlevering verheft zich de herinnering aan den onovertroffen Diederik van Bern, den grooten koning der Oost-Gothen en aan aan zijn tocht in het tooverland van den kabouterkoning Laurin, de tegenwoordige Rosengarten.

Wie zal hun den nek omwringen? de kok. De deur is gesloten, de sleutel steekt in mijne tassche. God zij geloofd in de keuken! Vive le Geus! Vervolgens begaf Uilenspiegel zich naar het admiraalschip, met Diederik Slosse en de andere gevangenen, die zuchtten en weenden uit vrees voor de koorde.

Diederik stond verslagen, daar een vrouwenoog zijn kunst had doen feilen; hij deed zijn baard spijtig af en vertoonde zich dan meer kenlijk voor de Jonkvrouw. Adolf viel in dankzeggingen uit en drukte hem de hand met tedere vriendschap.

De voornaamsten onder deze laatsten waren: Wouter, heer van Maldegem, Karel, heer van Knesselare, Roegaert, heer van Axpoele, Jan, heer van Gavere, Rase Mulaert, Diederik de Vos en Geeraert de Moor. De ridders Jacques de Chatillon, Gui de St.-Pol, Raoul de Nesle en hun makkers, reden zonder orde tussen de Vlaamse heren, en spraken heuselijk met degenen die om hen waren.

Ik heb het hem zelf ook gezegd, maar hij wilde naar mij niet luisteren. Hij moet het zelf weten, maar jij behoeft je daarom niet te bekommeren. Ik wed, dat hij vandaag nog terugkeert; Heer Diederik van Sonoy laat waarlijk niet met zich spotten." »Zou u dat heusch denken?" vroeg Marten. »Ongetwijfeld, komt hij van avond niet terug, dan stellig morgenochtend wel.

Het roeijacht werd op eene veilige plaats geborgen en daarna zette men den tocht voort naar Purmerend, waar Heer Diederik van Sonoy vertoefde, die opgetogen was over de behaalde overwinning en de paarden gaarne voor een goeden prijs overnam.

"Mijne heren," riep Diederik heengaande, "indien gij enige tijding voor uw bloedverwanten naar Vlaanderen te zenden hebt, raad ik u dezelve spoedig klaar te maken, ik zal uw bode zijn!" "Wat zegt hij!" riep Wouter van Lovendegem. "Zult gij met ons niet ten Hove gaan, Diederik?" "Jawel, ik zal bij u en nevens u zijn; maar gij lieden noch de Fransen zult mij kennen.

"Charles de Valois schrijft ons een vrijgeleide, en belooft ons op zijn eer, dat hij ons weder ongehinderd in Vlaanderen zal terugbrengen." De heren die de rechtzinnigheid van De Valois kenden, betrouwden zich op die belofte, en gingen voort met hun Graaf te redeneren. Terwijl sloop Diederik de Vos ongemerkt uit de zaal en ging op de voorhof wandelen en nadenken.

Woord Van De Dag

fabelland

Anderen Op Zoek