United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


En die van de gemeente fluisterden tot elkaar: 't Was de moeite niet, al die vermakelijkheden in te richten voor zulk een zuur gezicht. En zij gaven drie gulden aan Uilenspiegel die heenging, nadat hij hun het karmozijnzijden kleed had teruggegeven. Wat zijn drie gulden in de tassche van een jonkman anders dan een sneeuwbal vóór 't vuur, dan een volle flesch vóór uw aanschijn, drinkebroers?

Ge moogt mij Maraan heeten, sprak hij, als er genoeg overbleef voor eene musch. Lamme bezag de bottel, zuchtte en nam uit zijne tassche een andere flesch en een stuk worst, dat hij in schijfjes sneed en weemoedig opat. Eet gij standvastig, Lamme? vroeg Uilenspiegel. Veelal, mijn jongen, antwoordde Lamme, maar 't is om mijne droeve gedachten te verjagen.

Intusschen had Uilenspiegel eenen vuistslag gegeven op Stevenijne's neus en hare sleutels uit heure tassche genomen, en nu wilde hij met alle geweld haar heure keersen doen eten. De schoone Gilline krabde, als eene verschrikte kattin, met heure nagelen aan deuren, ramen, ruiten en vensteren, om ergens een uitweg te vinden.

Terwijl zij met elkander vochten, de een om de tassche te houden, de andere om ze terug te nemen, sprak Lamme stille tot Uilenspiegel: Luister: serjanten in huis ... ze zijn gevieren ... in een kleine kamer met drie meidekens.... Twee buiten voor u, voor mij.... Heb willen weggaan ... ben belet geworden.... De deerne met heur goudlinnen kleed is eene verklikster ... Stevenijne, ook verklikster!

Hij had wel een gulden willen verdienen, doch wist niet hoe hij een gulden in zijne tassche zou krijgen. Omhoog zoekend, zag hij duiven die van hunne piere witte plakjes op den weg lieten vallen, maar guldens waren het niet. Hij zocht langs de groote wegen, maar ook tusschen de kasseien schoten geene guldens omhoog.

Vervolgens langde hij hem een tassche, en hij sprak: Deze guldens groeiden in bloempotten in het huis des verraders: er zijn er tienduizend. Messire Worst zeide hun: Gij misdeedt de schepen te verlaten; doch gezien den goeden uitslag, zal u vergiffenis worden geschonken.

Zij droeg, in eene tassche, acht en veertig zilveren stuivers, wat vier karolusgulden uitmaakt, die heure moeder Tonia Pietersen, woonachtig te Heist, schuldig was, wegens eene verkooping, aan heuren oom Jan Rapen, woonachtig te Knokke. Het meideken, Betkin genaamd, had heure beste kleederen aan, en was blij te moede vertrokken.

Leve mijn broeder Judocus, de goede heremijt! riep hij uit, terwijl hij de tassche deed rinkelen. God beware hem in vreugd, in vet en in gezondheid, 't Is Judocus vol zegen, Judocus vol overvloed, Judocus met zijne vette soep! De ooievaar heeft geenszins gelogen! En hij legde de tassche op de tafel.

God zij geloofd, sprak hij, omdat Hij mij mijnen vriend Uilenspiegel teruggeeft! Bazinne, breng ons te drinken! Uilenspiegel trok zijne tasch uit en sprak: Te drinken tot dit op is! En hij deed zijne karolussen rinkelen. Leve God! sprak Lamme, die hem gezwind de tassche uit de hand trok, ik ben 't die betaal, maar gij niet! Deze tassche is mijn!

Eens, in de Oogstmaand, op een zwaren en warmen dag, was Lamme droefgeestig. Zijn blijde trom zweeg en sliep stil, de stokken staken weemoedig uit de opening zijner tassche. Uilenspiegel en Nele, glimlachend van blijde minne, koesterden zich in de zonne; de matrozen op kijkuit in de marsen, floten of zongen, en tuurden naar de wijde zee, om te weten of zij geene prooi aan den gezichteinder zagen.