Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Zij droeg, in eene tassche, acht en veertig zilveren stuivers, wat vier karolusgulden uitmaakt, die heure moeder Tonia Pietersen, woonachtig te Heist, schuldig was, wegens eene verkooping, aan heuren oom Jan Rapen, woonachtig te Knokke. Het meideken, Betkin genaamd, had heure beste kleederen aan, en was blij te moede vertrokken.

Mannen en vrouwlieden, weest zonder vrees; 't is de deken, die Soetkin deed sterven van smerte. En met eene hand hield hij hem bij den nek, onder de kin, terwijl hij met de andere zijn kruismes trok. Maar Tonia, de moeder van Betkin, hield hem tegen en riep: Neem hem levend gevangen. En met klissen trok zij zijn grijze haren uit, terwijl zij zijn aangezicht met heure nagelen doorwoelde.

God is rechtveerdig. Hoor maar de doodklok. Betkin roept om gewroken te worden. Voelt gij de tanden? 't Zijn de tanden van God! En zij beet zonder ophouden of medelijden, en sloeg met het wafelijzer, als zij er hem niet mee kon bijten. Maar gedreven door heur groote begeerte naar wraak, doodde zij hem niet.

's Avonds was Betkin nog niet thuis en heure moeder werd ongerust; doch daar zij ten slotte onderstelde, dat ze bij heuren oom was gebleven, bedaarde zij. Visschers die, met een goede vangst van de zee kwamen, trokken 's anderen daags hunne boot op het strand, en losten hunne visch in karren om ze aan de meestbiedenden te doen verkoopen te Heist, in de mijn.

Plotseling begon de klok van de kerk wacharm te luiden, en riep de schelle stem van een knaapje in 't dorp: Wordt wakker, gij allen, die slaapt; de weerwolf is gevangen! Hoezee! God zij gedankt! sprak Uilenspiegel. Tonia, de moeder van Betkin, Lansaem, heur man, Judocus en Michiel, heure broeders, kwamen het eerst met hunne lanteernen. Hebt gij hem vast? vroegen zij.

En ze scheen waanzinnig en, razend en knarsetandend, reutelend als eene zieltogende, zuchtend van de bittere smert, die dorstte naar weerwraak, beet zij met het ijzer den gevangene in zijne armen, in zijne beenen, in zijn lijf, overal, doch vooral in den nek; en telkens dat zij het ijzer toedrukte, sprak zij: Zoo deed hij met Betkin, met de ijzeren tanden. Hij betale. Bloedt gij, moordenaar?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek