United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


O geef mij oorlof om bij u te Aardenburg te gaan, ik smeek het u." Deconinck antwoordde niet op dit verzoek; hij wenkte de ambachtsman met de vinger, en ging met hem tot in de winkel, waar de grootste duisternis heerste. Dan sprak hij met stille stem: "Geeraert, wanneer ik de stad verliet, heb ik u met dertig andere gezellen doen blijven, opdat gij de aanslagen der Fransen mocht ontdekken.

Door de foltering des gemoeds was zijn zenuwstel dermate gevoelig geworden, dat het minste gerucht hem deed beven; en telkens dat de klok van St.-Jacobs één uur meer uitriep, liep koud zweet hem van het aangezicht, en zijne witte haren rezen te berge op zijn hoofd. Het sloeg twee uren namiddag, toen zulke ontroering den lijdende Geeraert voor de zesde of zevende maal kwam treffen.

"Meester," antwoordde Geeraert, "uw woorden bedroeven mij, ik vrees de dood geenszins; maar mijn vrouw, mijn arme kinderen blijven hier aan alle onheilen blootgesteld. De schrik en de benauwdheid maken hen ziek, zij wenen en bidden de ganse dag, en de nacht geeft hun geen krachten weder: kondet gij zien hoe bleek zij zijn!

Nochtans ik zweer het u, ik ben bereid voor het Vaderland alles te vergeten ja ook mijn bloed; en zo gij mij tot iets kunt gebruiken, moogt gij op mij staat maken. Spreek dus, want ik gevoel dat gij mij iets gewichtigs te bevelen hebt." Deconinck vatte de hand van de brave Geeraert, en drukte dezelve met ontroering. "Nog een ziel als die van Jan Breydel!" dacht hij.

Hoor slechts het kortere der beide daar geplaatste, in 't nog bange jaar 1673 vervaardigde gedichten in zijn geheel, en het slotcouplet van het andere. Op de verkoopinge der Italiaansche Schilderyen, ten huize van Geeraert Uilenburg, Schilder. Noch spant de Schilderkunst de kroon by brave Heeren, En zwicht voor onverstant, noch geen grimmas van Nijt.

"Geeraert," viel hij uit, "gij zijt een waardige gezel; dank voor uw trouw en uw moed. Luister dan, want ik heb weinig tijd. Gij zult spoedig naar uw gezellen gaan om hen te verwittigen: deze nacht zult gij u geheimlijk met hen in het Peperstraatje begeven; gij alleen zult op de wal tussen de Dam- en Kruispoorten klimmen; leg u plat ter aarde en laat uw ogen in de richting van St.-Kruis gaan.

Zodra gij een vuur in het veld ziet, val dan met uw makkers op de wacht der poort; open deze zullen zevenduizend Vlamingen voor staan." "De poort zal op het bepaald uur open zijn; vrees niet, ik bid u," antwoordde Geeraert met koelheid. "Is het gezegd?" "Het is gezegd!" "Goedenavond dan, mijn waarde vriend. Blijf met God!" "En die vergezelle u, Meester!"