Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Dat een onwetend mensch zoo laag dale en den eerbied voor zich zelven verlieze, dit is te begrijpen; maar zij kan lezen, zij is geleerd, zij heeft van u, moeder, niets gekregen dan lessen van deugd en zedelijkheid. Uwe goedheid, uwe weldaden, onze vriendschap, dit alles heeft zij vergeten. Zij is dubbel schuldig. O, ik zal haar aandenken in mijn hart versmachten met geweld.
Robrecht van Bethune kwam bij de kranke ridder, vatte hem de nog slappe hand, en sprak "Adolf van Nieuwland, mijn dierbare Machteld is uw echtgenote, de zegen des Almachtigen dale over uw hoofden en geve aan uw kinderen de dapperheid huns vaders en de tederheid hunner moeder. Het doorluchtig bloed der Graven van Vlaanderen menge zich met uw edele stam.
Martelaresse als ge waart in uwe geboorte, martelaresse als gij dreigt te worden in den echt, doe het! En welke hoofden er zich buigen mogen, aanzienlijken en armen, gevierden en geringen allen, die u kennen, zullen bidden, dat op het uwe het eerst het licht dale, dat van boven is.
Ai je de wereld regt beziet en wat de starvelingen zoo al uutvoeren, dan mui je toch met de oldvader Kokkeejus zeggen: de menselikke natuur zit eeuwig en arfelik dwars in de wagen. Van dage wil ze in de heugte en mörgen in de leegte nou opbouwen en strakkies weer dale smieten, dat is 't grootste pleizier van 't verdreide menschdom.
Deze geslachtsnamen zijn veel talryker dan die welke de beide laatstgenoemde soorten uitmaken. Als voorbeelden kunnen dienen: Van Acker en Van Ackere, Van Dale en Van Daele, Van Dam, enz.
Het zou raadzaam zijn dat gij met mij ook derwaarts gingt, dan zoudt gij de genomen maatregels, bij gebrek aan kennis niet verijdelen. Wilt gij met mij tot in het witte bos bij den Dale reizen?" "Het zij volgens uw begeerte, Meester; maar wat zullen onze gezellen over onze afwezendheid zeggen?"
"O vaderland, u klinkt mijn lied ter eer; De zegen Gods dale op uw vlakten neer, Waar zich de roos in wonderpracht ontplooit, Waar anemoon en tulp de heuvlen tooit, Waar 't groenend veld in eeuwgen feestdos prijkt, De lentelucht voor koû noch hitte wijkt, De nachtegaal in 't loof der wouden zingt, De hinde langs den rug der bergen springt, De lucht steeds klaar is en het leven zoet, Waar alles zwemt in geur en kleurengloed, Waar rozenwater stroomt door beek en vliet, En weelde en wellust in de zielen giet; Daar groeit de bonte tulp in elk seizoen: Daar slingert, tusschen nooit verwelkend groen, De zilvren vloed zich voort; daar is de jacht Nooit vruchteloos en toont de valk zijn kracht.
DEMETRIUS. Stil, wie komt daar? VOEDSTER. Gegroet, gij prinsen! 'k bid u, mij te zeggen, Waar Aaron is, de Moor, doch ras! AARON. Komaan, wat is 't, wat roept gij moord en brand? Aaron is hier; wat wilt gij nu van Aaron? VOEDSTER. Ach, Aaronlief! verloren zijn wij allen! Help ons, of wee op wee dale op uw hoofd!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek