Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


André kon niet meer zeggen, hij ontstelde, Christien hield zich ijverig bezig met haar zakdoek, de wezenlijke of gewaande spinnewebben weg te slaan. Letje glimlachte, toen zij André de hand reikte. Maar zij glimlachte met matten glans, als de eenzame witte roos, die boven haar hoofd bloeide.

Hij had evenwel niet willen ontbreken bij Letjes blijde terugkomst, zoo lang verbeid en met groote blijdschap te gemoet gezien. Des avonds echter moest hij weer in Den Haag terug zijn, om de dames Muller Belmonte met raad en daad bij te staan. Gedurende deze overleggingen tusschen vader en zoon had de vroolijke Christien het huis van hare opgeruimde liederen doen weergalmen.

En daarbij zag zij er allerliefst uit met het korenblonde hair, dat weerbarstig kroezend uit den band sprong en om slapen en hals dartelde. Christien maakte van Letje's heugelijke terugkomst een waren feestdag. In de eerste plaats had zij gezorgd voor den tuin.

Waarom zijt gij zoo opvliegend?" antwoordde zij op zachteren toon. "Met dit haspelen en schreeuwen geraken wij tot geen besluit. Kom, bedaar, mijn vriend; zit neder en laat ons redelijk zijn." "Ik vraag niet beter; gij weet het wet, Christien," zeide de baas met zichtbare tevredenheid. "Lieve man, het is moeilijk met u te kouten," begon vrouw Noppe.

De herbergier gevoelde met verdriet, dat men geweld zou doen om hem een gevaarlijk of noodlottig besluit af te dwingen. "Christien, Christien," mompelde hij, "gij hebt u door de fleemerij van den zoon Peeters laten verleiden; maar, ik smeek u, bedenk u toch eens wel, eer gij verder gaat. Theodoor is de echte broeder niet, geloof mij.

Ook op die zusters was Sprotje niet gesteld. Dat Christientje 'r soms plaagde met opzettelijk dingen te vragen, die ze niet weten kon, of iets vertelde en 'r dan uitlachte, als zij 't geloofde; dat Coba, de oudste, die wou dat ze "jongejuffrouw" zei, zich bedienen liet meer dan juffrouw Jonkers zelf, haar schoenen in de keuken terug bracht als ze niet glommen naar haar zin en 'r altijd haar jurken wou laten uitborstelen, dat alles vond Sprotje wel niet prettig, maar ze verdroeg het gedwee; van den morgen tot den avond waren ze zoo netjes, ze hielden zich altijd zoo schoon, ze hadden zulk mooi haar en ze liepen zoo keurig, ze moesten vaak zoo lachen met elkaar.... voor het eerst van haar leven begreep Sprot je iets van de vele kleine vreugden en jeugdigheden, die zij nooit gekend had.. Maar er was een weerzin, een vijandschap bijna in haar hartje tegen die vroolijkheid en die keurige kleeren, als zij 's avonds laat nog juffrouw Jonkers, zelf in een oude ochtendjapon, bloesjes zag staan strijken en kraagjes en dassen; als zij dagen lang soms juffrouw Jonkers zich haar elfuurs kopje koffie ontzeggen zag, omdat er weer een nieuw haarlint moest gekocht worden, of een kuifkammetje of een ceintuur.... en als dan Coba nog snibbig "ajasses, moe!" zei, als de Juffrouw haar Koosje noemde, zooals ze eigenlijk te heeten scheen, of als Christien 'r neus, optrok voor de luiers, die in de waranda over een touwtje hingen en haar vader napraatte van: "dat hoort niet".. dan haatte Sprotje die beiden uit den grond van haar hart.

Naar boven gingen zij niet;.... daar sliepen Christien en Coba....die hielden zelf om de week haar kamertje in orde.... boven hoefde Marie niet te werken, alleen de keeren dat de zolder moest geveegd.. en 'r eigen bed natuurlijk.... zij sliep achter. Het kind had dolgraag dat kamertje van haarzelf even gezien, maar zij dorst niet vragen.

Letje wilde haar dadelijk met raad en daad bijstaan, maar opnieuw stroomde de waterlanders nog rijkelijker. Christien verzocht haar snikkend voor de koffie te zorgen, en te maken, dat papa niets merkte. En ziehier de oorzaak, waarom mejuffrouw Christien de Witt op André's receptiedag zich in de lappenmand bevond.

Daarnaast, of naast Koosje, naar verkiezing, de vroolijke Christien, die met alles tevreden was; Dolf aan 't roer. "Maak 'em nou maar los, vrind!" riep Dolf tegen Keesje: "braaf man! dat mag je reis weer doen"; en het haakje opnemende stiet hij van wal en stuurde met veel handigheid naar het midden.

"Zij heeft mij opnieuw gesproken van haren zoon Frans en van onze doohter Lisa." "Het is te begrijpen; maar moet gij daarom zuur zien als een stekelvarken?" "Ik zie niet zuur, Christien; ik ben bedroefd. "Zoo, en waarom?" "Ach, Christien, er drukt mij iets op het hart, zoo zwaar als lood. Gij zoudt mij een groot plezier doen, wildet gij mij gedurende eenige oogenblikken laten spreken."

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek