United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Stil zat Sprotje, flauw nog en huiverig, naast de keukentafel, terwijl juffrouw Jonkers haastig het eten opzette. Een kwartier later rinkelde de bel weer; Coba kwam zeggen dat "ze" er waren: in de wijd-open voordeur wachtten de moeder en Ant. Christientje en Herman keken nieuwsgierig aan de huiskamerdeur.

Amelie brengt haar gitaar mee. Tot van middag!" Er gebeurde dien dag iets in 't huishouden van mijn oom, dat nog nooit gebeurd was: het etensuur werd verzet; ook al ten gevalle van neef Hildebrand, die ondanks zijn kamerjapon nogal een witten voet bij oom kreeg; en toen wij verzadigd waren, ging Pieter, onder vele vermaningen van toch vooral voorzichtig te zijn, Koosje, en ik Christientje afhalen.

Sinds die twee toevallige ontmoetingen keek Sprot je altijd op straat uit; een enkele maal, dat zij niet te moe was, liep zij een eindweegs in de richting van de Veenvalkstraat.... eens ging zij tot de Drie Alleetjes door en zag daar, zachtjes kuierend en lezend in een boek, Christientje loopen, en klein Wilmpje liep naast haar. Deze maal ging Sprotje niet terug.

Moeder drong driftig-angstig aan: »Hou jelui dan toch je mond", wat alleen tot gevolg had, dat men riep: »Laat die meid dan d'r smoel houden." Alleen Christientje, de oudste van allen en de zachtste, had dan vaak den slag, om den storm te bezweren. Als er een kleine pauze was ingetreden, begon zij een liedje te zingen, een geliefd wijsje. Dat kalmeerde de gemoederen.

Toen moesten we verhuizen. Op een kouden avond in Januari brachten ze mij in een toe-slee over. Dien avond zal ik niet licht vergeten. Het vroor hard. 't Was bitter koud. Daarom hadden ze me goed toegestopt. Ik was hoogst zwanger. Iederen dag kon Christientje geboren worden.

En daar werd den 25sten Januari Christientje geboren. Zoo is mijn huwelijksleven begonnen. En nog geen jaar te voren zat ik in die heerlijke pastorie. Natuurlijk kwam Grootvader gauw over. Die goeie man wist niet, wat hij zag. Hij schreide, toen hij voor mijn bed zat. En toen de broers, jullie ooms, het hoorden, waren ze woedend.

En hij zag mij stijf in 't gezicht, om mij al de ijslijkheid van deze Jobstijding te doen beseffen. "Als hij maar een dame meebrengt," zei ik "dan is 't mij wel." "Ja, daar komt het door aan. 't Is zijn zuster; die malle meid! Christientje heeft haar verteld dat ze met Koosje, en mij, en een Leidsch student uit varen ging, en toen wou ze met alle geweld ook mee. Als ik ook reis wat doen wil!..."

Zij wist wel, dat Sprotje niet genoeg dekking had, maar zij wist ook, dat zij alles wat daarvoor in aanmerking kwam al bij Christientje en Coba op bed had moeten geven, en dat er van iets nieuws koopen dat winter geen sprake kon zijn.

Uit dat voorbeeld van Christientje kan men zien, hoe je opgewonden gemoederen niet met opgewondenheid moet willen verwinnen. Met storm slaat men geen storm ter neer. Doe een zachte koelte aanruischen en de opgestoken winden verspreiden zich. Heerlijk-helder vulden de jongensstemmen met de frissche sopraan van Christientje er boven uit dan de huiskamer.

Het plan werd aan vader en moeder medegedeeld, en er werd besloten dat wij, behalve Koosje, nicht Christientje zouden vragen, eene jonge juffrouw van drieëntwintig jaar, die zeker gaarne mee zou gaan, daar zij niets te doen had dan bij een knorrige tante te zitten, die twee meiden hield en nooit uitging.