Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Zij wist door de vriendin van Ant, dat er bij Jonkers een andere meid was; het liet haar onverschillig; zij verlangde nu zelfs niet naar Wilmpje. Alleen was zij zeer vreesachtig iemand uit het huishouden van meester Jonkers te zullen tegenkomen; zij schaamde zich over wat haar moeder gezegd had, en het maakte haar onrustig, alsof het een strafbaar iets was geweest.
Toen de aardappelen waren geschild, moest Marie schoenen poetsen; in de waranda moest ze 't doen.. en heel stil zijn!.... om Wilmpje niet te wekken, die eindelijk sliep. "Ik ga nou koken," zei de juffrouw, "dan mot ik de keuken alleen hebben."
Aandachtig en verbaasd, in zijn hoogen kinderstoel, zat Wilmpje haar dan aan te staren; zijn spelletje liet hij varen; het natte, ronde mondje ging ál zoetjes wijder open, soms kwam er een zweem van een glimlach in het bolle van zijn bleeke wangen. Maar voor Herman was Sprotje bang.
En òp dan!.... de melk had gebeld.... kil kwam de morgen van de bleeke straat de gang in gevaren.... en haasten!.... het ontbijt moest op tafel staan!.... en naar voren weer, de bakker was aan de deur! Juffrouw Jonkers verscheen met klein Wilmpje op den arm. Gauw!
Van wie, al heel gauw, Sprotje nog veel meer hield dan van juffrouw Jonkers zelf, dat was van Wilmpje; klein Wilmpje, die den halven dag op den arm werd rondgezeuld, en met zijn geduldige, zachte gezichtje en zijn zachte, vriendelijke oogjes zich maar overal heenbrengen liet. Hij stak zoo frisch in zijn kleertjes, hij rook niet vies, en hij huilde zelden. Op klein Wilmpje was ze dol.
Eens, op een middag in Maart, zag Sprotje plotseling, over het Broerekerkplein, Juffrouw Jonkers aankomen met een jongetje in een blauw hesje aan de hand, dat klein Wilmpje moest zijn.... Haar hart hamerde in diepe zware stooten en zij voelde zich geheel koud worden van ontsteltenis en vreugde.
Doch eens op een nacht droomde Sprotje weer van juffrouw Jonkers: de Juffrouw, rood-beschenen door de lampekap, zat tegenover haar aan tafel; zij zag erg moe, maar lachte toch vriendelijk en Sprotje was zoo gelukkig! een heerlijke innigheid overstroomde haar; en Wilmpje zat naast juffrouw Jonkers, want het was overdag en toch brandde de lamp en zijzelf stond aan de tafel.
Zij had een nieuwe muts op en Wilmpje stak zijn handje naar de keelbanden uit; zijn oogen lachten en zijn open mondje was heelemaal vochtig; toen gaf zij opeens hem een zoen daarop; zij voelde de weeke zoelte tegen haar lippen; zij keek op: meester Jonkers stond in de waranda, maar het was meester Jonkers niet; hij lachte schril en kwam een stap naderbij; Sprotjes hart verstijfde van schrik; zij wou gillen, maar haar keel was toegeschroefd!
Sinds die twee toevallige ontmoetingen keek Sprot je altijd op straat uit; een enkele maal, dat zij niet te moe was, liep zij een eindweegs in de richting van de Veenvalkstraat.... eens ging zij tot de Drie Alleetjes door en zag daar, zachtjes kuierend en lezend in een boek, Christientje loopen, en klein Wilmpje liep naast haar. Deze maal ging Sprotje niet terug.
Toen wist zij opeens, in dat zwarte nachtuur, hoe innig zij van juffrouw Jonkers hield; en zachte Wilmpje had zij lief zoo vreeselijk diep en teêr, dat zij schreide, schreide met haar hoofd in het kussen om haar moeder niet te wekken, en daarna gezwollen en heet wakker lag tot den morgen, met die eene onheelbare schrijning, dat dit hevig geliefde onbereikbaar was en verloren voor altijd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek