United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vreemd van de straat, doorspelend de vlammen van stof op de ruitjes, neerscheen het licht van de gracht, vaag op den grond den vorm van de ramen, de spijlen en 't lompig papier dat een der vakken gestopt hield herhalend. Binnen kienden ze. De lamp had gewalmd, roet-sproeitjes strooiend op de lampekap, op 't boek, op de kaarten van 't spel.

Jozef voelde een leêgheid door zijn leden, om zijn armen, die er met koude kracht over heenzonk. Hij keek eerst, een stukje melodie uit een operette van vier jaar geleden, die hij zich nauwelijks herinnerde, tusschen zijn lippen blazend, bijna fluitend, naar de zoldering, vanwaar, in de alles overvlekkende schaduw der lampekap, het wit aarzelend nederschemerde.

Maar Sprotje vond het heerlijk; haar voeten hoog van den grond op een stoof, waren warm; warm was het roode schijnsel door de fronselpapieren lampekap; en warm was het zwartgebloemd roodwollen tafelkleed, met aan den anderen kant het lichtje onder de koffiekan van het avondmaal.... de meester moest altijd een kop n

Doch eens op een nacht droomde Sprotje weer van juffrouw Jonkers: de Juffrouw, rood-beschenen door de lampekap, zat tegenover haar aan tafel; zij zag erg moe, maar lachte toch vriendelijk en Sprotje was zoo gelukkig! een heerlijke innigheid overstroomde haar; en Wilmpje zat naast juffrouw Jonkers, want het was overdag en toch brandde de lamp en zijzelf stond aan de tafel.

Nog meer echter was zij ontevreden, toen zij eens bij gelegenheid van een bezoek bij madame Stahl een Catholieken priester aantrof en madame den geheelen tijd haar gelaat in de schaduw van de lampekap trachtte verborgen te houden. Van hoe weinig beteekenis deze kleine opmerkingen ook waren, hadden zij Kitty toch in verwarring gebracht.

BURGEM. STOCKMANN. Ja dat heb ik gezien. DR. STOCKMANN. En een lampekap hebben we ook. Zie je? Dat heeft Katrine allemaal van gespaard geld aangeschaft. En dat maakt de kamer zoo gezellig. Vind je ook niet? Ga hier eens staan;... neen, neen, niet zoo. Zóó, ja? Zie je, als het licht er zoo geconcentreerd op valt.... Ik vind heusch dat het elegant staat. ?

't Licht door de wit-steenen lampekap omlaag gestuurd, viel op de onderhelft van haar bakvischachtig meisjesgezicht, liet de oogen in schaduw, maar gleed afstroomend langs den sluiken rok van haar daagsch japonnetje. Doch de moeder schreeuwde haar toe de lamp op het buffet te zetten. Por Dios, ze kon daar toch niet eeuwig als een kerkkandelaar blijven staan; er moest nog zooveel gedaan worden.