Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
De berk was het vlugst; aan een witten bliksemstraal gelijk, schoot zijn slanke stam al zigzagsgewijze in de hoogte, de takken golfden als groen gaas om hem heen; al de gewassen uit het bosch, zelfs het bruingepluimde riet, groeiden mee, en de vogels volgden en zongen, en op den halm, die als een lang, groen zijden lint in de lucht fladderde, zat de sprinkhaan en speelde met den vleugel langs zijn scheenbeen; de meikevers bromden en gonsden, iedere vogel zong, zooals hij gebekt was; alles was zang en geklank en vreugde tot in den hemel.
Sommigen stonden er als stom-verslagen onder, anderen bromden en scholden even, nog anderen twijfelden of hun wel genoeg teruggegeven werd; de meesten echter waren dankbaar en gelukkig over 't onverwachte buitenkansje en in alle plaatsen werd Jantje overvloedig getrakteerd. Hij was daar heelemaal niet aan gewend en 't steeg hem spoedig naar het hoofd.
Zij grabbelden en schaterden en lachten, geen van allen wou voor een ander onder doen, en 't ging zoo voort tot zij eindelijk niet meer konden en hijgend en blazend allen te gelijk even ophielden, en afgemat, met druipende gezichten en hangende armen, op den vlasgaard neerzakten. De Krommen Bulcke en de oude Sieska bromden. Was dat nu werken! 't leek wel jongensspel!
Toen de beren de wilde ganzen zagen, wezen ze die aan hun jongen en bromden: "Kijk zij eens! Ze zijn zoo bang voor een beetje kou, dat ze in den winter niet thuis durven blijven." En de oude wilde ganzen bleven hun geen antwoord schuldig, maar ze riepen tegen de jonge gansjes: "Kijk zij eens, ze liggen liever een half jaar te slapen, dan dat ze de moeite nemen naar 't zuiden te verhuizen."
M'nheer Jansen is te goedig, zei Wouter. Een zoete-n-engel van God is-i! Maar ik moet op 'm passen. Drie duiten de man, gaat niet, zesmaal in de week... reken maar na! Daar waren er vyftien vandaag, en de man heeft zelf geen boter op z'n brood. Nou, ik ook niet, maar dat's tot dááraan toe. Maar dan alles wegtegeven aan slecht volk! Ik heb ze nu maar twee duiten gegeven, en daarom bromden ze zoo.
Met nieuwen moed bukten, rukten, bonden zij, al pratend en zingend. De schrille neusstemmen der vrouwen galmden in fausset-klank tusschen 't zacht en puur gekweel der leeuwerikjes; de zware keelstemmen der mannen bromden mee in ondertoon.
Wat zou dat leuk wezen.» »Dat kan wel,» zei Karel. »We kunnen toch met ons drieën wel een versje maken. Zoo bijzonder mooi behoeft het ook niet te wezen.» »Goed! Afgesproken! Eerst zullen we de kevers in de mand doen, en dan het gedicht fabriceeren. Laten we gaan.» Ha, wat gonsden en bromden die beestjes, toen we ze uit de kist in de mand deden.
Rogier, met een warm gelaat en driftig aan zijn knevel morrelend, gaf bevelen en ging heen. Carolus zag hem met groote stappen zich verwijderen, de witte pluim danste snel in den schemer langs de boomen. Het was zeer stil, bij den verwaaiden rook daarginds in 't kwartier bromden de soldaten in slaperigen deun.
De tegenwoordigheid van dames ontstemde haar een weinig en ze bromden een oogenblik, maar de uitlokkende roepstem van het orkest deed de moedigste het sein geven, en met den klassieken zijden doek in de hand, golfde ze heen en voerde dien leelijken danse du ventre uit, die voor de meeste oosterlingen het toppunt van kunst vertegenwoordigt.
Hun geblaf vulde de lucht, hanen kraaiden, bijen bromden, en in den blauwen hemel stond een lenige pluim van kleine witte wolkskens. Pallieter was geroerd door dit fel, heropbeurend leven; hij haalde een ebbenhouten fluit uit den zak en begon er een blij liêken op te spelen dat klaar over de velden trippelde. Het was alsof het de Lente was die zong.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek