Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Dat waren sterke en wijze vogels, maar ze hadden niet zoo'n zacht en glanzend veerenkleed als Donsje, en ook niet zoo'n lief en zacht karakter. Al sinds den tijd, dat ze kleine, gele jonge gansjes waren, hadden ook de ouders en familieleden, ja, nu en dan ook de oude visschers duidelijk getoond, dat ze meer van Donsje hielden, dan van hen, en daarom hadden de zusters haar altijd gehaat.

De gansjes waren nu in zoover aan 't vliegen gewend, dat ze niet meer over moeheid klaagden, en de jongen begon weer zijn oude opgewektheid terug te krijgen.

En op den top van den Taberg stond Akka met IJksi en Kaksi, Kolme en Nelja, Viisi en Kuusi en alle zes de kleine gansjes hen op te wachten. Dat was me een blijdschap, en een gekakel, en een fladderen en roepen, dat niet te beschrijven was, toen zij zagen, dat het den ganzerik en Donsje gelukt was Duimelot te vinden.

Hij was vaak somber gestemd, en zeker verlangde hij vaak terug naar den tijd, toen hij meende, dat hij een wilde gans was, en met de vroolijke jonge gansjes speelde. Onder de dieren was hij heel beroemd om zijn dapperheid. Zij zeiden gewoonlijk, dat hij voor niets en niemand bang was, behalve voor zijn pleegmoeder Akka.

"Onze vleugels zijn te moe, onze vleugels zijn te moe!" schreeuwden de jongen. "Dat wordt beter, als je maar volhoudt!" antwoordde de leidstergans, en vloog heelemaal niet zachter, maar ging door als te voren. En 't was wezenlijk, alsof ze gelijk had, want toen de gansjes een paar uur gevlogen hadden, klaagden ze niet meer over vermoeidheid.

Midden in 't dal lag een klein rond meertje, waarop volop voedsel was voor de jonge gansjes, en op de met gras begroeide meeroevers, die met wilgenstruiken en kleine verschrompelde berkjes waren bedekt, lagen de beste broedplaatsen, die een gans maar begeeren kon. Ten allen tijde hadden er arenden boven op de rotsen, en wilde ganzen in het dal gewoond.

Toen gingen de ganzerik, Donsje en alle zes de jonge gansjes regelrecht het ganzenhok in, om te zien in welk een pracht en heerlijkheid de groote witte had geleefd, eer hij zich bij de wilde ganzen aansloot. "Kijk, zoo was het hier. Daar was mijn plaats, en daar stond de voederbak, die altijd vol haver en water was," zei de ganzerik.

Toen de beren de wilde ganzen zagen, wezen ze die aan hun jongen en bromden: "Kijk zij eens! Ze zijn zoo bang voor een beetje kou, dat ze in den winter niet thuis durven blijven." En de oude wilde ganzen bleven hun geen antwoord schuldig, maar ze riepen tegen de jonge gansjes: "Kijk zij eens, ze liggen liever een half jaar te slapen, dan dat ze de moeite nemen naar 't zuiden te verhuizen."

Hij had er den heelen zomer over loopen droomen, wat een heerlijk oogenblik het zou zijn, als hij neerdaalde voor 't huis van Holger Nielssons hut, en Donsje met de zes jonge gansjes kon vertoonen aan de ganzen en de kippen, aan de koeien en de kat en aan Moeder Holgersson zelf, zoodat hij niet heel ingenomen was met het voorstel van den jongen.

't Was namelijk zoo gegaan, dat nu Maarten de ganzerik, zóó dicht bij zijn vroeger thuis was, hij de lust niet kon weerstaan, om zijn vrouw en kinderen te vertoonen aan de oude kameraden op de boerderij. Hij had eenvoudig Donsje en de kleine gansjes meêgenomen, en was er heen gewandeld. Er was geen mensch op de hoeve bij Holger Nielsson toen de ganzerik er aankwam.

Woord Van De Dag

doppe

Anderen Op Zoek