Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


Doch, nadat Geurt de hand des jagers had gegrepen, en nu innig geroerd om vergiffenis smeekte, wendde Ritter eensklaps den blik van hem af, en riep met een akelige stem: "Ik heb hem verlaten! Mijn eed!! O God!" maar liet er terstond op volgen, terwijl hij den brenger der Jobstijding aanzag: "Je hebt niet gezegd of hij dood is; zeg, leeft hij niet meer? Zeg, waar heb je mijn Hans gelaten?"

Ook onze held voelde een kille huivering door al zijn leden gaan, en zag den brenger dier slechte tijding met strakke oogen aan. "Morgen uw laatste verhoor, man! en dan uw vonnis: de galg kunt gij niet ontgaan," vervolgde Holtvast met de meeste bedaardheid. "Zou UEd. waarlijk denken, dat men zoo spoedig.... en zoo onbarmhartig te werk zou gaan?" "Spoedig!

"Wat wildet gij zeggen," vroeg de Prins aan Van Kinschot, zoodra zij alleen waren. "Dat, zoo iemand iets verklapt, het geenszins een der Raadsheeren zijn zal; maar veeleer de brenger dezer brieven, die aan zijn kerker ontsnapt is." "Ontsnapt!.... niet mogelijk." "Ik heb hem duidelijk herkend op de bijeenkomst van dezen nacht, evenals de Remonstrantsche Proponent Raesfelt.

"Gij!" herhaalde Reinout, in dezelfde taal, terwijl hij de armen vallen liet. "Welnu," vervolgde hij, hem in een hoek van het vertrek voerende, "morgen te acht uren wacht ik u hier weder. Den brenger van echte tijdingen zal ik rijkelijk beloonen; maar den bedrieger ernstig straffen: wees daarvan zeker."

De man opende de portefeuille en nam er, niet een handvol bankbriefjes, zooals Thénardier verwacht had, maar een klein papiertje uit, dat hij losvouwde en den herbergier aanbood, zeggende: "Ge hebt gelijk. Lees dus." Thénardier nam het papier en las: M. sur M. den 25 Maart 1823. "Mijnheer Thénardier, "Geef Cosette aan brenger dezes over. Men zal u alle kleinigheden betalen.

"Welnu!" zegt eindelijk Kosmo, nadat hij eene der tentoongestelde voorwerpen heeft uitgekozen: "gij zult dit aan mijn logement doen bezorgen, Signor Van Rijswijck, en hier," op Filippo de Neri wijzende, "is mijn schatmeester, die er den brenger de honderd dukaten voor uitbetalen zal, die gij er voor vraagt.

Hij toonde mij een briefje van zijn "vriend" Paderewski, waarvan hier de inhoud. M'n waarde Schürmann. Brenger dezes, een huisvader met veel kinderen is volgens zijn zeggen van alles ontbloot. Ik wensch hem derhalve mijn cachet van heden avond af te staan en verzoek hem dit nu reeds ter hand te stellen. Geheel de uwe, Ignace Paderewski.

Thénardier trok in goede orde terug: "Deze handteekening is tamelijk goed nagemaakt," mompelde hij tusschen zijn tanden. "Welnu, het zij zoo." Toen beproefde hij nog een wanhopige poging. "'t Is goed, mijnheer," zeide hij. "Wijl gij de brenger zijt. Maar men moet mij "alle kleinigheden" betalen. Men is mij nog veel schuldig."

Het was dan ook slechts met moeite, dat hij de wachters wist te overreden, hem door te laten, maar toen hij zeide, de brenger te zijn van eene tijding, welke Tristan genoegen zou doen, en hij hun bovendien eene ruime gift in de hand drukte, openden zij, hoewel aarzelend, de poort en lieten hem binnen.

Zeg mij, waardige geestelijke heer en vader, of het zoo is te schikken, dat wij zoo spoedig mogelijk, Zondag of eerder, trouwen. Welke stappen hebben wij daarvoor te doen? Kunt Gij de inzegening niet zelf verrichten? Ik zou wenschen dat ze in de sacristy van de stadskerk geschiedde. Gelieve brenger dezes zoo mogelijk antwoord mee te geven.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek