Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Bezie het stof maar, dat wij vertreden; die op den grond verspreide beenderen." "Beenderen!" riep ik. "Ja! beenderen van voorwereldlijke dieren!" Ik viel aan op die eeuwenoude overblijfselen, bestaande uit eene onvergankelijke delfstoffelijke zelfstandigheid . Ik gaf zonder aarzelen een naam aan die reusachtige beenderen, die op uitgedroogde boomstammen geleken.

"De runen," hernam hij, "waren schrijfletters, die vroeger op IJsland in gebruik waren, en volgens de overlevering had Odin zelf ze uitgevonden. Goddelooze! bezie en bewonder dan toch die teekens, welke uit het brein van een god zijn voortgekomen!"

Wil mij hare meening verklaren. Weet dan: ieder tafeltje draagt den naam van een rasveulen, en wel van een, dat vele eeuwen geleden in onzen stam geboren werd, benevens de namen van zijne ouders. Bezie ze nauwkeurig en let er op hoe oud zij zijn, des te gemakkelijker zal het u vallen te gelooven wat ik zeg. Sommige tafeltjes waren bijna afgesleten, alle waren geel van ouderdom.

Bezie die mouwen, heel den nacht gooi ik ze naar den bovenkerel, en ze blijven er nog niet op. Dat spreekt van zelf, zei de kleermaker, daarom gooi ik u op straat, misschien blijft gij er op.

Die wijven te gare, die 'k zie staan met hun vuisten op hun heupen ... ik merk het wel: ze zijn gemeen.... Maar 'k bezie ze van een anderen kant precies ... en alles is mij goed.... Ze wond zich op in 't spreken, probeerde haar vaag gevoel met stipte woorden uit te drukken en wijdde uit in vele zinnetjes, nooit tevreden omdat ze nooit iets bepalen kon.

Schoon! grijnslachte Damman, gij hebt een gezicht, glad als eene mispel, en een lichaam, slank als eene vim takkebossen: bezie mij die schooister, die beweert een edelman tot minnaar te hebben! Drinken! Zoo spraakt ge niet, Hans, mijn beminde heer en meester, als ik zestien jaar jonger was.

Zodra men hem bemerkte, liep hij met een onverstaanbare grimlach tussen de bomen van het woud, bleef op een afstand staan en toog zijn mes uit de schede. "Mijnheer De Chatillon!" riep hij dreigend. "Bezie dit mes wel, opdat gij het herkennen moogt wanneer het u tussen hals en nek zal glijden!" "Is er dan geen mijner dienaren die mij wreken zal?" schreeuwde De Chatillon met woede.

Ik bid je van wien!" "Ja kind, ik weet het niet; maar, als ik dat adres heel goed bezie.... Ja, mij dunkt, 't is zoo goed als zeker, dan...." "Dan....?" "Zeer mogelijk, zeer mogelijk!" herhaalt Helmond terwijl hij schijnbaar met aandacht het adres blijft beschouwen: "Dat moet van hèm zijn; van De Zonsberg. Ik houd het er bepaald voor. Jawel een verrassing van oom." "O goeje hemel August!

Dikwerf luister ik met onomwonden belangstelling naar de feestrelazen mijner vrienden; ik hang aan Teunis' lippen, wanneer hij mij in een reeks krachttermen, met enkele feiten gelardeerd, verhaalt van den nacht in het politie-bureau, vanwaar men hem zooeven naar de kazerne heeft doen vertrekken; met sympathie in mijne oogen bezie ik de tallooze snij- en slaagwonden op zijne handen en aangezicht.

Bij de ochtendschemering toog hij henen, vervolgde het meisje, 's anderen daags vertelde moeder mij dan allerhande zonderlinge dingen.... Maar bezie mij toch zoo kwaad niet, Uilenspiegel. Gisteren zeide zij mij dat een schoon heer, in 't grijs gekleed en Hilbert genaamd, mij ten huwelijk wilde en thuis zou komen, om zich te toonen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek