Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 oktober 2025
't Is namelijk hoogst waarschijnlijk, dat hij vannacht omgekomen is." Ze zei dit op zachten, treurigen toon maar er was geen woord waar van al wat ze zei. "Elisabeth heeft lang geslapen vanmorgen, en heeft daardoor niet gehoord, dat er al menschen om het meer heen zijn gezonden om Gösta Berling te zoeken. Hij is niet naar Ekeby teruggekomen, en men vreest dat hij verdronken is.
Nu voerde Gösta 't nog hooger op. De groene bankpapieren kwamen voor den dag en steeds groeide de stapel geld voor den machtigen Melchior aan. Maar ook voor Gösta lagen spoedig bankbiljetten en kopergeld in overvloed en spoedig was hij de eenige die 't tegenover Melchior Sinclaire van Björne kon volhouden. Spoedig begonnen zelfs de geldstukken van hem naar Gösta Berling te verhuizen.
Zij kwam, de smartelijk verlangde, nu het te laat was. Ze kwam, ernstig en almachtig en 't gemis en de smart droegen de slippen van haar mantel. Toen Marianne de zekerheid had, dat Gösta Berling haar verlaten had, voelde zij een lichamelijke smart, zóó hevig, dat ze er bijna bewusteloos van werd.
Gösta Berling staat een eind van hen af en staart neer in 't water. Misschien wil die jonge vrouw hem liefst niet zien. Hij weet het niet, maar zijn gedachten spelevaren en juichen. "Nu weet niemand, waar ze is," denkt hij; "nu kunnen wij haar mee naar Ekeby nemen. Wij houden haar daar verborgen, wij kavaliers! en wij zullen goed voor haar zijn.
"Zij is er gelukkiger mee dan ik." Maar daar stond Gösta Berling, de vroolijke kavalier, met gejuich begroet om zijn helderen lach, zijn geestige woorden, die gouden glans wierpen over 't grijze, dagelijksche leven. Nooit te voren had ze hem zoo gezien als dien avond.
En zij zag hem toen zooals hij was: dom, laf, opgeblazen van hoogmoed en ijdelheid het erbarmelijkste mensch, dat men zien kon. "Wees gerust," zei ze. En ze was ijskoud geworden. "Ik zal het doen." Maar nu werd Gösta Berling heftig bewogen. "Mevrouw de gravin mag het niet doen! Neen, u mag niet! U is immers een kind, een zwak, onschuldig kind, en u zoudt mijn hand kussen!
Maar luid jubelend roept Gösta Berling: "De dertiende is gekomen? Leve de dertiende!"
Hij had niet graag, dat Mariannes naam aan de speeltafel genoemd werd; maar deze inval was zóó onzinnig, dat hij niet boos kon worden. Marianne aan Gösta Berling verspelen.... ja, dat kon hij wel wagen. "Dat wil zeggen," verklaarde hij, "dat als je haar jawoord kunt winnen, Gösta, zet ik mijn zegen op jelui huwelijk op deze kaart." Gösta zette alles op, wat hij gewonnen had en 't spel begon.
Zelf stootte ik het terug. Ach, waarom hield ik het niet!" Ach, Gösta Berling, sterkste en zwakste onder de menschen. Strijdros, strijdros! Arm, oud ros, dat daar staat op de weide, vastgebonden aan een touw. Herinnert ge u uw jeugd? Herinnert ge u den dag van den strijd?
Maar de smart deed voor haar 't zelfde wat de liefde gedaan had. Zij maakte haar tot een mensch met de macht zich geheel te geven in goed en in kwaad. Brandende gevoelens stroomden door haar ziel, zonder door de ijskoude zelfbeschouwing te worden gestuit. En daarom werd zij ook, trots haar leelijkheid zeer bemind. Maar men zegt, dat ze nooit Gösta Berling vergat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek