Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 oktober 2025
Van dien dag werd Gösta Berling kavalier op Ekeby. Twee keer beproefde hij vandaar weg te komen en van eigen werk te leven. Den eenen keer gaf de Majoorske hem een huis dicht bij Ekeby; hij betrok dit en probeerde te leven als arbeider. Een tijd lang ging dat goed, maar spoedig verveelde hem de eenzaamheid en 't dagelijksch sloven hij werd op nieuw kavalier.
Maar dat beloof ik je: als je leven wilt, zal ik de dochter van den dominé van Broby bij me nemen en haar tot een fatsoenlijk mensch maken. Dan zal ze er God voor danken, dat je haar meel weggenomen hebt. Nu, wil je?" Hij hief het hoofd op en zag haar in de oogen. "Is dat ernst?" "Ja, dat is het, Gösta Berling." Hij wrong de handen in angst.
Zij was spoedig goede vrienden met de babbelende vrouwen en vroeg om de kleinste kinderen te mogen zien. Een uur later kwamen de mannen terug. Zij brachten Gösta Berling gebonden in de kamer. Op den vloer voor het vuur legden zij hem neer. Zijn kleeren waren gescheurd en vuil, zijn gezicht uitgeteerd en zijn oogen woest. Vreeslijke dagen had hij gehad.
Ze zullen nog eens om Gösta Berling lachen, als hij zich met het bezemverkoopstertje verlooft en haar trouwt. Wat zullen ze lachen! Een vermakelijker streek heeft hij nooit uitgehaald! Moeilijk zijn de wegen, die de menschen gaan: woestijnpaden, moeraspaden, bergpaden! Moet niet de verstootene den weg der verstootenen gaan? Den weg van toorn, van smaad, van onheil?
In slapelooze nachten kan zij misschien over hem schreien en bezorgd voor hem zijn; maar zij heeft geen bloemen, om op den weg van den verstootene te strooien, geen droppel water, om den dorstende te reiken, geen lichten handdruk, die hem van den rand van den afgrond terug kan voeren. Gösta Berling geeft er niet om of zijn bruid met zijde en sieraden getooid is.
Waarom zou ze Gösta Berling niet noodigen? Ze weet immers niet, dat de laster er over begint te fluisteren, dat Gösta Berling zoo dikwijls naar den overkant gaat om de gravin te ontmoeten. Misschien komt hij ook wel om met Sintram te spelen en te drinken; maar daar wordt niet over gesproken. Ieder weet, dat zijn lichaam van ijzer is, maar met zijn hart is 't wat anders.
Want zij was toch meer dan een heiligenbeeld of een kostbaar muziekinstrument; ze was een schoone vrouw, die tot vreugd voor hun oude harten geweest was. Gösta Berling wierp zich naast haar op de knieën. "Hier ligt ze nu, mijn bruid," riep hij uit. "Zij gaf mij voor een paar uur de eerste kus en haar vader heeft mij zijn zegen beloofd. Zij ligt en wacht, tot ik haar sneeuwwit bed kom deelen."
Sintram liet Gösta zweren, dat hij 12 uren na de begrafenis van kapitein Lennart er niet meer zou zijn. Want dan weet ik ten minste, dat je geen brave kerel meer worden kunt." Dat was gemakkelijk te beloven voor Gösta Berling. Hij was er blij om dat hij zijn vrouw de vrijheid hergeven kon. Zijn wroeging had hem voortgejaagd, tot hij doodmoe was.
Dan werpt Beerencreutz zich naast hem neer en dan Gösta Berling, en daarop leggen zij zich allen in een kring om den ketel, die rondgaat van mond tot mond. Eindelijk krijgt die een duw en valt om, zoodat de heete, kleverige drank over de liggenden heen stroomt.
Toen de overste alles verteld heeft, verheft de kapiteinsvrouw haar stem: "Als hier kavaliers in de kamer zijn, verzoek ik ze heen te gaan. 't Valt mij zwaar hen te zien, nu ik bij het sterfbed van mijn man zit." Zonder een woord meer te spreken staat de overste op en gaat heen. Zoo doen ook Gösta Berling en de andere kavaliers, die kapitein Lennart gevolgd zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek