Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Ja, zijn zegen kon hij hen niet onthouden. Dien had hij aan Gösta Berling verspeeld. Maar in zijn huis zou ze geen voet meer zetten, d

Ze lag stijf en onbewegelijk in de slee, terwijl Gösta Berling haar met sneeuw wreef en beurtelings schreide en haar kuste, en zij voelde een oneindig verlangen om slechts éen hand zóóveel te kunnen verroeren, dat ze zijn liefkoozingen beantwoorden kon. Zij herinnerde zich alles; ze lag daar wel stijf en machteloos, maar haar gedachten waren helderder dan ooit. Had zij Gösta Berling lief?

Ook aan hem kon ze nu met vreugde denken; nu was hij immers vrij! In zijn frisschen moed en levenslust had hij haar altijd aan Gösta Berling doen denken; nu zou ze hem weer blij zien. Hij zou opnieuw de Ridder Zonneschijn zijn, die stralend was komen aanrijden op haars vaders landgoed.

Nu komen ze met de kisting; een lange rij mannen staan op den golfbreker; zij hebben touwen en steenen en zandzakken klaar, om hem te laten zakken en vast te leggen; zij staan klaar en wachten en luisteren. Waar is de bevelhebber? Waar is de stem, die gebiedt en regelt? Neen, Gösta Berling houdt jacht op de meermin. Zijn stem wordt niet gehoord; zijne bevelen leiden 't werk niet.

"Maar God behoedt hem," gaat Gösta verder. "Hij wekt de gedachten van zijn jeugd bij den mensch op, die genoeg gespaard heeft. Hij geeft den predikant een teeken als Gods volk hem noodig heeft." "Maar als de predikant dan niet gehoorzaamt, Gösta Berling!" "Hij kan het niet laten," zegt Gösta met een vriendelijken glimlach.

"De graaf hield zeker een toespraak, en ik ben in slaap gevallen. Wat zou de graaf er van zeggen, als wij nu naar huis gingen, zoodat u naar bed kon gaan?" "Gösta Berling, daar mijn echtgenoote geweigerd heeft met u te dansen, beveel ik, dat zij uwe hand zal kussen en u om vergeving vragen."

Ik verzoek u mij uw hand te laten kussen." Maar Gösta hield steeds de handen op den rug. Hij liet zijn oogen door de zaal gaan en ging naar de deur. "Als ge de voldoening niet aanneemt, die mijn vrouw u aanbiedt, Gösta Berling, moet ik met u vechten en behalve dat haar een andere, hardere straf opleggen." De gravin haalde de schouders op. "Hij weet immers geen raad van angst," fluisterde zij.

Bij die tonen heeft Gösta Berling de gravin Dohna ten dans gevoerd. Marianne Sinclaire en haar aanbidders dansten er op. En de Majoorske van Ekeby heeft er zich bij op de maat bewogen, toen de mooie Altring nog leefde. Zij ziet ze voorbij zweven, paar aan paar, jong en schoon. Een stroom van vroolijkheid ging uit van haar naar hen, van hen naar haar.

"Waarom zouden deze menschen ons niet mogen hooren?" barstte ze uit, met harde, verbitterde stem sprekend. "Zijn wij dan beter dan zij? Heeft één van hen zooveel verdriet en ellende in de wereld gebracht dan wij? Zij zijn de kindren van 't bosch en den grooten weg; ieder haat hen. Laten zij 't hooren, hoe zonde en smart ook den heerscher over Ekeby vervolgt, den door allen beminden Gösta Berling.

En hoort, trots al uw vroom gezang, De sporen van uw hiel." Bij deze woorden wierp de monnik zijn kleed af en Gösta Berling stond onder 't balkon in een ridderkleed van zijde en goud.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek