Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 november 2025
Er waren, behalve Pieter, nog twee krullenjongens: de een was een zoontje van den baas en heette Frans; de andere, een rechte deugniet, was een jongen van den oudroest Jan IJzer uit het korte Achterom en heette, evenals zijn vader, Jan. Het duurde niet lang, of onze drie krullenjongens waren dikke vrienden.
Zooals de wind nu is, krijgen we stellig regen, zegt Baas Martens, en ik ga straks uit rijden. Ze hebben me hierheen gestuurd om het touw." Al den tijd, dat Hans praatte, keek Pietersen hem met groote verbazing aan: hij begreep er niets van. "Hans, mijn jongen, zeg het nog eens weer.
Maar met vreemden, wier reisgewoonten en neigingen men niet juist kent, zoo nauw verbonden te leven, als karavaan en tent noodzakelijk maken, is een leelijk ding voor iemand, die graag onafhankelijk blijft en over richting, wijze en duur der reis zelfstandig wil beslissen. Dus had ik hun voorstel afgewezen en was de eenige Europeaan en daardoor mijn eigen baas.
»Maar de maan was nog niet onder," zeide Jansen; »het was bijna zoo licht als over dag." »Ik ben nog niet overtuigd," hernam baas Kloppers; »hoe oud is Eliëzer?" »Hij moet vijf en vijftig jaar zijn," zeide Jansen. »Er zijn menschen wier oogen op dien leeftijd reeds verzwakken," meende Dirk Kloppers.
»Nooit weer over mijn drempel!" riep Jansen nog eens. »Neen," zeide Jack Williams met een grimmigen vloek, »over dien drempel zal ik nooit meer komen dat zweer ik!" Er zat geen vroolijk gezelschap aan het avondeten. Tante Martje had roodgekreten oogen, en op het gelaat van baas Jansen lag een diepe plooi van smart en verontwaardiging.
"We zullen nu verder de zaak maar in handen der politie geven, dunkt u niet, dokter?" "Och, neen, meneer, kijk eens naar dien ongelukkigen jongen en heb medelijden!" smeekt de weduwe. "Politie?" vraagt juffrouw Ram verwonderd. "En wat zeg jij nu, baas Strijkman?" "Doe wat je niet laten kunt, meneer!" Bevend laat hij zich op zijn stoel vallen.
Ik stak een vuurhoutje aan, maar het had nauwelijks vlam gevat of Eliëzer riep verschrikt: »Baas, ouwe baas, wat gaat ge doen?" Hij had mij onmiddellijk herkend." Moeder Jansen zuchtte; baas Kloppers zweeg en staarde peinzend voor zich uit. »Hoe laat verliet Frits de ouderlijke woning?" vraagde hij na een pauze. »'t Was half vijf," antwoordde tante Martje. »En hoe laat brak de brand uit?"
Zeker was het verkeerd in den knaap, zoo onverzoenlijk te zijn; maar wanneer men bedenkt, hoe Jan hem had behandeld, toen hij daar hulpeloos in den tuin van baas Gerritsz lag en daarbij in het oog houdt, hoe hij, toen Jan in gevaar was, zijn leven niet te kostbaar geacht had om zijn vijand te redden; dan kan men het onzen Pieter niet kwalijk nemen, dat hij zich zoo onverschillig omtrent den goudsmidsjongen gedroeg.
Zij werkten als voor eigen, maar regeerden ook als eigen goed wat hun was toevertrouwd. Vooral Smul. Die was dè echte baas geworden, aan wien zelfs Vaprijsken, na de ranselpartij van 't vorig jaar, als een onderdaan gehoorzaamde. Smul besliste, beval, eischte van de anderen de slaafsche uitvoering zijner bevelen.
In korte woorden werd besloten dat de kleine biertonnen 's avonds laat, door meneer Bolleken's koetsier en een helper weggehaald zouden worden; en op dezelfde wijze zouden ook de baas en zijn vrouw van levensproviand worden voorzien. Meneer Bollekens stond klaar om te vertrekken en toch ging hij nog niet. Het was alsof hem nog iets ontbrak, dat hem moest aangeboden worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek