Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
"Gij moogt doen zo als het u belieft, Mijnheer Breydel," antwoordde Gwyde. "Echter zijt en blijft gij ridder." "Welaan!" riep de Deken met blijdschap. "Dan ben ik de ridder met de bijl! Dank, dank, doorluchtige heer."
"Vaarwel, Beatrix vaarwel! Ik min u vaarwel! Gij zult nooit meer vragen, waar ik ben, en toch, waar ik ben, zal ik aan u denken. Als ik gewond word, en mijn wonden mij pijnigen, zal ik naar uw zachte, troostende handen verlangen " Ze zag hem aan. "Heb mij niet lief," smeekte ze, "heb Martha lief." Rustig antwoordde hij. "Martha kan ik niet lief hebben.
Ik hoorde een warmer zuchten, dan dat van den zephyr tusschen de twijgen een luider lispelen, dan dat van het eene blaadje tegen het andere. Toen kronkelde de slang der afgunst zich om mijne borst. Want ik ben, zooals de dichter zingt 'k ben maar een mensch van vleesch en bloed en ik zou liegen als ik zei dat ik den schelm niet benijdde, die daar Giulietta zat te kussen onder den vijgeboom.
Ik twyffele ann den goeden uitslag niet, daar ik zelf in de gelegenheid geweest ben, om 'er eenige proeve van te nemen, en ik verzekere u, dat deeze belooning, of dit aandeel in de inkomsten, aan de arbeidende Negers toegestaan, van jaar tot jaar kan vermeerderd worden.
"Maar dan zult gij niets kunnen zien, noch aardrijkskundige opmetingen doen, noch het land verkennen." "Daarom, als ik meester ben van mijn ballon, als ik naar willekeur rijs of daal, zal ik stil houden als ik het goed vind; vooral als te sterke luchtstroomen dreigden mij mede te slepen."
Gij hebt haar gezien gij weet hoe schoon zij is. Toen ik vond dat zij mij liefhad, toen ik met haar getrouwd was, kon ik nauwelijks gelooven dat ik leefde, zoo gelukkig was ik; en o, Mijnheer, zij is even goed als schoon. Maar wat nu? Wel, nu komt mijn meester, neemt mij weg van mijn werk, van mijne vrienden, van alles waar ik aan gehecht ben, en zet mij aan den zwaarsten, geringsten arbeid.
Ik ben al oud en zwak: lang zal ik niet meer leven. En dat je nu op dezen éénen avond juist uit moet, waar ik me zóó op verheugd had!" Je begrijpt: 't was voor Hilda een moeilijk geval. Ze hield wezenlijk veel van haar oud pleegmoedertje en was heel blij, dat ze haar na zoo'n langen tijd eens weer zag.
Met dit doel gaf hij bij wijze van inleiding een schop tegen den buitenkant, toen bracht hij zijn mond voor het sleutelgat en zeide op lagen, indrukwekkenden toon: »Oliver!« »Toe, laat mij er uit!« antwoordde Oliver aan den binnenkant. »Ken je deze stem, Oliver?« vroeg Mr. Bumble. »Ja,« antwoordde Oliver. »Ben je er niet bang voor? Beef je niet, terwijl ik spreek?« vroeg Mr. Bumble.
Francine jammerde: Rupert is weg! .... Hij heeft geschreven dat hij voor altijd weg was .... O, Ernest, kom bij me! .. O, hij is weg met haar, met haar! .... O, ik ben bang.. Vere! Vere! .... O! wat moeten wij nu doen! .... En Vere, die .... die .... Door eigen verdriet vertroebeld, verstond haast niemand wat zij in hotsende roepen uitschreide.
Ik ben veel te gevoelig over het gunstig onthaal, dat mijne kleine gedigten voor kinderen bij mijne Landgenooten gehad hebben, dan dat ik mijne blijdschap en dankbaarheid, deswegens, niet openlijk betuigen zou.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek