United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Twintig, honderdmaal heb ik de ontzettende begeerte om hem te drinken moeten overwinnen! Maar neen, Axel! ik bewaarde hem voor u!" "Oom!" mompelde ik, terwijl groote tranen mijne oogen bevochtigden. "Ja, arm kind! ik wist dat gij bij uwe komst aan dezen kruisweg half dood zoudt nedervallen, en ik heb mijne laatste droppelen water gespaard om u weder bij te brengen." "Dank! dank!" riep ik.

Mijne koortsige hand zet de vreemde bijzonderheden van dien droom op het papier. Ik heb alles vergeten, den professor, den gids, het vlot! Mijn verstand is verbijsterd.... "Wat scheelt u?" vraagt mijn oom. Ik staar hem met opene oogen aan zonder hem te zien. "Pas op, Axel! gij zult in zee vallen!" Te gelijk voel ik mij stevig aangrijpen door de hand van Hans.

Doch die doek wordt in Axel anders gebruikt. Voor de meisjes uit Axel moeten de doeken afzonderlijk geweven worden en zij kosten dan ook wel 25 gulden. Zij hebben, uitgespreid, een oppervlakte van een vierkanten meter. De doek wordt geweven van gekleurde zijde en die kleuren moeten echt sprekend zijn, terwijl een groote bloem met randen of rosetten moet uitkomen.

"Saellvertu"! zeide hem de jager. "God dag"! antwoordde de hoefsmid in zuiver deensch. "Kyrkoherde", sprak Hans, zich tot mijn oom wendende. "De geestelijke"! herhaalde deze. "Het schijnt, Axel! dat die brave man de geestelijke is". Intusschen bracht de gids den "Kyrkoherde" op de hoogte van de zaak.

De electrische kogel. Altijd op zee. Vrijdag 21 Augustus. Den volgenden dag is de prachtige geyser verdwenen. De wind is opgestoken en heeft ons snel van het eilandje Axel afgedreven. Het geloei heeft langzamerhand opgehouden. Het weder zal, als ik het zoo eens mag uitdrukken, binnen kort veranderen.

Michaëlskerk heeft pas half twee geslagen." "Waarom komt mijnheer Lidenbrock dan t'huis?" "Dat zal hij ons wellicht zeggen." "Daar is hij! Ik maak mij uit de voeten. Mijnheer Axel! gij moet het hem maar onder het oog brengen." En de goede Martha vluchtte naar de keuken. Ik bleef alleen.

"Ja, terugkeeren en wel zonder een oogenblik te verliezen." Nu volgde een vrij lang stilzwijgen. "Zoo hebben dan, Axel!" hernam de professor op een vreemden toon, "deze enkele droppelen waters u geen moed en vastberadenheid geschonken?" "Moed!" "Ik zie u nog even ternedergeslagen als van te voren en nog spreekt gij wanhopende taal!"

Op de hofsteden wordt de oude kleeding nog gedragen door de meisjes; in de grootere plaatsen, als Axel en Ter-Neuzen, is de gewone burgerkleeding al meest ingevoerd. Gaan wij enkele deelen dier kleeding nog nader na. Vroeger droeg men hier een stijve Walcherensche muts, en onder den arbeid doet men dat nog, een herinnering aan de betrekking tusschen beide gewesten.

"Kom dan toch, Axel! haast u toch, ongelukkige!" riep mijn oom, zoodra hij mij in de verte zag, "uw valies is nog niet gepakt, mijne papieren zijn nog niet in orde, ik vind den sleutel van mijn reiszak niet en mijne reiskousen komen maar niet!" Ik stond versuft. Ik kon niet spreken. Met moeite kon ik deze woorden uitbrengen: "Gaan wij dan vertrekken?"

De naam van Saknussemm zou ons niet onder de oogen gekomen zijn, en wij zouden nu verlaten zijn op een strand zonder uitweg." "Ja, Axel! het is het bestuur der voorzienigheid, dat wij, naar het zuiden varende, juist in het noorden en bij kaap Saknussemm terecht gekomen zijn. Ik moet zeggen, dat dit meer dan vreemd is, en dat het een feit is, waarvoor ik volstrekt geene verklaring kan vinden."