Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
En toen de garsoenen Gawein en Alliene zij heette nu Amadijs, o lezer, wees des gewes! den hof binnen leidden, zagen allen toe en stond dadelijk op de prins Alidrisonder en beide handen uit gestoken, riep hij blij: God van Hemelrijk geve u goed geval en al dat gij begeert, o zoete vriend Gawein, mede met den welschoonen knape-van-wapenen, die u verzelt!
Zoo sprak Alliene maar zij zeide niet alles in volle waarheid was zij gevoelde in heur hart voor den ridder, groot van prise, die vol edelen moed haar had beschermd en verlost van twee booze feloenen.
Zij kreeg er een kleur van over haar wangen, maar zei het toch, onbewust-beleedigend in de ontzetting van haar schrik: "O moar, mejonkvreiwe, dat er e-kier iest moest van komen?" "Hoe?... wat zou er van komen?" vroeg jonkvrouw Anna niet begrijpend. "O, mejonkvreiwe... zeu lank alliene, mee hem, in de koamer...."
En de zes anderen zijn Amoreuse-Garde belegeren gaan... En Galehot vertelde alles en meldde ook Lancelot nu, hoe Mordret en Didoneel verslagen werden toen Gawein Alliene, die was Amadijs, verloste. Ja, ik! riep Gawein, met gesloten oogen, van de Kar. Ik, ik versloeg de feloenen, die met ons mede waagden aan te zitten aan Tafel-Ronde! En hij lag weêr stil.
Want Gawein, anders gemakkelijk en veelvuldig in liefde, niet trouw ooit aan Ysabele, Assentijns dochter, gebleven, had van geen liefde betuigd aan Alliene, die hij in rouwe en in smart had bijgestaan, volgens ridderlijken plicht en eed.
Maar Alliene voerde den ridder in een overwulfde kemenade, waar zich in den manestraal, die bleek viel door het ronde raam, een bedde teekende, waarop scheen te slapen een grijsaard. Vader...! riep Alliene. Vader, waak op: ik ben terug bij u want deze hoofsche ridder redde uw kind van de kwade feloenen! Vader! Vader!! Waak op! Toen roerloos de oude bleef liggen, naderde Alliene de sponde.
Twee dagen later reed een ridder het woud uit en hem ter zijde een jeugdige edelknaap. Het was Gawein en het was Alliene. Zij hadden den vader ter aarde besteld en de paap was de mis komen lezen. De huisman en zijn vrouw hadden voor spijs gezorgd en drank en Gawein had hun de paarden van Morgret en Didoneel geschonken tot delging van schuld, die Alliene's vader aan hen liet na beschreven.
Ik en twijfel niet, heer ridder, zeide de paap, en zij legden de dooden op een baar, die daar stond voor het altaar en bedekten hen met het zwarte kleed en de jonkvrouw, die Alliene heette, stak de zes kaarsen aan, die waren gestoken in ijzeren luchters.
Met een schorren gil sprong ze op zij en greep instinctmatig een stoel en hield die vóór zich uit. Zou hij weer durven slaan? Zou hij durven, nu haar beschermster dood was? "Lafoard!" gilde zij; "lafoard! past ou op dag' aan mij komt!" Grijnzend kwam hij op haar af. "We zijn alliene thuis en we 'n moên ons nou nie mier sjeneeren," grinnikte hij.
Is n't he nice! streelde de Engelsche met verteederden glimlach. Hedde gij dat allemoal alliene gedoan? vroeg hem nu ook meneer Gaëtan met zijn griezeligen, donkeren gezichtsgrijns. Maar hij luisterde niet eens naar Fonske's antwoord; hij keerde hem den rug toe en begon in vreemde taal gekheid te maken tegen Elvire en de Engelsche, die hij aan 't lachen wist te brengen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek