United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu waren zij het hagedochte uit gereden, zonder dat toover-enghien hen verhinderd had, want de torenwachters hadden Gawein herkend en lieten hem vrij binnen rijden met den knaap, die hem ter zijde reed. Gawein en Alliene reden door opene poort bij poort over brug en brug den burchthof binnen; garsoenen schoten toe, hielden de rossen vast; de ruiters stegen af....

Trouwens, hij was niet vervaard; Alliene, de jonkvrouw, was niet vervaard. Armoede en rampspoed hadden haar in den vervallen burcht haar vaders geleerd geen vrees te voeden voor mogelijk ongeval; de wapenrusting haars broeders drukte haar niet te zwaar de tengere schouders; het zware zwaard vermocht zij zelfs te hanteeren.

"'K espres gewacht tot da g' alliene woart.'K moe ou spreken; 'k moe ou nog wa vroagen." "Watte? wa es 't?" riep ze kortaf, doodsbleek, de lippen bevend, de beide handen aan de leuning van een stoel geklemd, het gansche lichaam als tot zelfverdediging gespannen en gestramd. "Of ge nou mee mij wilt treiwen?" vroeg hij dof.

Draken scholen er niet meer in de spelonken der wouden; Alliene, die heette Amadijs, was dus op weg getogen met Gaweins boodschap: dat Mordret en Didoneel twee stille feloenen waren geweest maar nu verslagen en met genade van orisone ende vigelië begraven en dat het Scaec voor het oogenblik onvindbaar was....

Heer, zeide Alliene zacht en treurig; geloof mij nu wel, bij Sinte Marië, dat ik uw dienstknape ben zoo niet uw dienstwijf, dat gij niet en wenschtet en gij niet meer een jonkvrouw in mij ziet maar alleenlijk een garsoen. En dat, zoo ik sterven kan voor u, door u te beschutten met mijn lijf en leven, ik beiden niet en sparen zal.

En Gawein spoorde zijn paard en Alliene spoorde het hare tot vluggeren draf, om het Scaec niet uit het oog te verliezen.... Tot het Scaec, ergens, achter de kartelende lijn van geboomte, pijlrecht neêr daalde en verdween. Bij Sint Michiel, mijne schoone jonkver! riep Gawein. Vooruit in de richting waar het verdween! En zij draafden dwars door het foreest, waar het Scaec scheen neder gevallen.

"Loat ons alliene," zei Rozeke tot het meisje. Meleken ging weg. Smul stond vóór zijn jonge meesteres, den blik valsch en wantrouwend, de pet tusschen zijn grove duimen, wel voelend dat er onraad was. "Wat beteekent dat, Smul! Waarom mishandelt gij uw vrouw?" vroeg de barones, abrupt hoogmoedig en minachtend, met gefronste wenkbrauwen op hem neerziende.

Was Wonder het niet geweest, dat harnas en wapenen uit het geluchte hem waren gevallen en dat een jong Gringolet hem hinnikend toe was geloopen? Was Aventuur het toen niet geweest, dat Alliene hij uit het geweld had bevrijd van fellen Didoneel en Mordret? O, de bittere verrassing van dat Aventure!

Zoo zij het, Alliene en, naar mijnen waan meen ik, dat het best zal zijn u, bloeme boven alle knechten en edelknapen, voortaan te noemen Amadijs en u ridderschap te beloven op lateren dag, aan mijn Konings Arturs hove.... En er was scherts in zijn woord en toch ernst, nu hij Alliene vergund had hem te vergezellen in de rusting haars broeders, omdat zij geheel alleen ter wereld verlaten was.

Hij tilde voor op zijn zaâl Alliene en zij lag uitgeput, oogen toe, tegen zijn borst, tegen den liebaert aan van zijn wapenrok. Hij had de drie andere paarden mede aan de teugels genomen en zij stapten mede aan, ter zijde en achteren. En in de stille nacht ging Gringolet den weg, die geleidde tot Alliene's vaders burcht.