United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


"We kennen best wachten", zei hij. Zij volgde zachjes lachend, alsof ze iets dee wat niet mocht. Buiten tikkel-spette de regen. Hij, de koude handen wrijvend, en geeuwend, leunde tegen 'n zuil, beluistrend het zwak gezoem dat boven en op zij, van wand naar wand gonsde, overal echoën scheen te vinden, overal kwinkjes sloeg van ver-weg kindergeluid. Zij, over hem, keek naar den grond, spelend met 'r éénen schoenveter, die slijknat over 't hout slierde en slappe vocht-figuurtjes trok. In den halfschemer zag-ie 't sterkst haar ooggitten, de zwarte, kluwige wenkbrauwlijn, den lach van onwezenlijkheid. Als ze opkeek, keek ze 'm dwazerig aan, als ze néerkeek had de heele uitdrukking van 't gezichtje 'n doen alsof ze wìst dat ze bekeken werd, 't wel gek vond, wel gek, erreg-mal en plezierig. Zulk een schuilen en aanschieten van lach èn het glimlachend dwalen der oogen onder de broeiing der brauwen was als 'n opwekking, deed z'n oogen begeerend ontleden, de vormen van 'r beenen in 't deukend, slapplooiiend blokjes-goed zoeken. De scheemring gaf 'r een bekoring, zoo als dingen in nacht doen, boomen in nacht, huizen in nacht. Ze was hier niet 't van den rotten sinaasappel vretende, verwaarloosd-mooi jodinnetje noch 't verlegen kamer-schepseltje dat-ie zoo dikwijls op de trappen voorbij was geloopen zij stond in schuiling van schaduw, zwijgend, zonder ruwheid, zonder afstootends ènkel oògen, zwarte oogen onder zwarte brauwen, zwarte oogen in teerbleek vel en tuimelend windsel van wild-krullend haar er om henen. Als ze str

Zoo was de kamer een poosje stil en glanzend genotrijk om de lamp, vol met kleine tevreden geluidjes. Toen kwam de baas op, leunde met den rug breed en behagelijk in zijn stoel, nam den bril van zijn neus en zei geeuwend: «, dat 's er één!" «Staat er wat in?" vroeg zijn vrouw die haastig de kranten wisselde.

Ongeduldig wipte ze een der satijnen muiltjes uit, bengelde met 't voetje op en neer. Ze verveelde zich. Ze was opgestaan, leunde geeuwend tegen 't vensterkozijn. Voor haar lag 't park, in zijn lage omrastering van ijzeren spijlen. Armzalig sprankten jonge, verkilde boomen hun takken in de vervelooze, grauwe lucht.

"Dan zullen die twee ouwetjes wel hun kopjes schudden, als ze hooren, hoe hij ons heeft beet gehad," lachte Door. "En jouw netheid zal nog van de daken der huizen verkondigd worden," zei Nel. "Maar kom, ons diefje heeft zijn vrijheid terug; ik kruip nu nog lekker een paar uurtjes in bed." "En ik," zei Nel geeuwend. "Brr, wat een nacht." Na een kwartiertje waren beide heldinnetjes in zoete rust.

Mijnheer zou gaarne nog wat beneden gebleven zijn, maar Geertje riep met luider stem: "Papa meê!" en Papa ging als een gehoorzaam vader meê naar boven. Ook de Elberfelders vertrokken een weinig later; en de Goudsche schoolmeester zeide geeuwend, dat hij een beetje slaap kreeg. "Ik ook," zeiden de mede-Goudenaars, en bragten met veel moeite geeuwingen voort.

"Wat maakt men die zeep tegenwoordig toch mooi!" zeide hij een pakket welriekende zeep loswikkelend; "zie, dat is toch waarlijk een kunstwerk!" "Ja, tegenwoordig is alles volmaakt!" antwoordde Stipan, sterk en tevreden geeuwend. "Daar heb je bij voorbeeld de schouwburgen en ontspanningslokalen.... Ah, ha, ha!" geeuwde hij:... "Overal electrische verlichting ... ah, ha, ha!"

«Is 't afgeloopen, heertje?" vroeg de deerne, terwijl zij zich het warme haar uit de oogen streek. «Ga," zei de schilder knorrig. Toen met een krachtigen stoot van zijn voet schoof hij de doos achteruit, zocht in den zak van zijn jasje een sigaar en begon snel te rooken; achter hem waren de vrouwen gaan staan; ook de slungelige meid was geeuwend uit het huisje gekomen.

Elmsvuur, een dwaallicht boven een poel, als een van zelven ontvlamde pestwalm boven een ontzettend lichaam dat in ontbinding is. «Wel nee," zei de hovenier geeuwend, «dat is Amsterdam, het licht van Amsterdam, begrijp-ie." «," zei de knecht, «zou 't geen brand zijn? Kijk, nou is het sterker."

»Begint het zoontje naar Moeders pappot te verlangen?" zeide Jack geeuwend. Frits voelde zich door deze uitdrukking, bovenal door den toon, waarop zij werd geuit, in zijn teederste gevoelens beleedigd, doch hij beheerschte zich en zeide schijnbaar bedaard: »Ik wil mij met mijn vader verzoenen, Jack!" »Geef den brief maar," zeide Jack iets vriendelijker, »ik ga heel vroeg naar Buluwayo."

Juist toen zij was ingestapt, kwam er een krantenjongen geeuwend aanloopen. Beatrice kocht een nummer van den Standard, en sloeg het open bij het blad waar de hoofdartikelen in stonden.