United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij Sint-Maarten! zij had minder gewaagd met de Domkerk in brand te steken, dan met u de minste beleediging aan te doen." "Wie zou zulk een lief schepseltje beleedigen?" zeide Mechtelt: "Lieve Maagd! ik dacht dat alles voor het beste ware, dat dacht ik.

MEVR. ALVING. Jawel; ik zal en ik kan het doen. En toch zullen er geen idealen omlaag gehaald worden. OSWALD. Moeder, wat wordt er hier voor mij verborgen gehouden? Mevrouw! Hoor eens! Er staan menschen buiten te schreeuwen. Wat is er te doen? Waar komt die gloed vandaan? Er is brand in het gesticht! Brand! DOM. MANDERS. Brand? Onmogelijk. Ik kom er net vandaan. OSWALD. Waar is mijn hoed?

Er was drukte. 't Volk heeft iets van kinderen die zich verheugen in 'n verhuisboel, in 'n sterfgeval, in 'n brand, in alles wat hurry en bereddering veroorzaakt. Wouter had verlof bekomen de illuminatie te gaan zien.

Dan verliezen die menschen alleen hun goed. Ik dacht dat zij veel ongelukkiger waren." Het huis was intusschen tot den grond toe afgebrand; doch daar het stil weder was, en men de noodige voorzorgen voor de andere huizen nam, bepaalde zich het onheil tot die eene woning. Ten half vier ure was men, den brand geheel meester, en zag men langzamerhand de menschen aftrekken.

"Precies!" zeide Contour: "er kwam van kolen in." "Die kolen maken een lumineux effect," zeide Reynhove. "Wier vier het hart in vlammen zet." herhaalde Reekalf: "wat is het aardig uitgedacht en geestig volgehouden: gloeiende kolen en een vlammend hart! Laten wij eens drinken, om dien geweldigen brand te blusschen. Uwe gezondheid, Monsieur Helding!"

De Indianen hebben namelijk een teeken- of gebarenspraak, die bij al de verschillende stammen verschillend is; des nachts bedienen zij zich daartoe van gloeiende pijlen, waarmede zij in de lucht geschoten bosjes gras in brand schieten. Overdag stoken zij een vuur, en houden, om den rook bijeen te houden, vellen of dekken daar overheen.

Daar sprong de Groote Beer vlug uit de boot, en snelde het gebouw in. Op den grond lag kurkdroog rijshout; dat bracht hij naar buiten, en stak het in brand. "Nu moeten mijn broeders luisteren!" zei hij, met de hand in de richting wijzende, waar Winnetou was achtergebleven.

Doch deze schoot hen beide in den grond, echter niet dan nadat een daarvan het schip in brand had gestoken. Van Brakel, met een paar sloepen daarbij gekomen, beklom nu het vaartuig, nam een gedeelte der manschap gevangen en liet het schip aan de vlammen over.

Maar zorgeloosheid en winzucht hebben overal tot afwijkingen en ontduikingen geleid, en de straf voor deze is verschrikkelijk. Zij treft echter zoo dikwijls anderen dan juist de schuldigen, dat men thans algemeen inziet dat de handhaving dier voorschriften een zaak van algemeen belang is, meer nog dan dat van den bizonderen eigenaar. Vooral de brand trof in hoofdzaak onschuldigen.

En eindelijk: "Och, het leven kon goed genoeg zijn, als wij maar vrij mochten zijn van die lummels, die ons arme lui de deur plat loopen met den idealen eisch." Bittere ervaringen moet de dichter van Brand gehad hebben, voor hij zóó iets schrijven kon.