United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Hemel beware ons!" riep de goede Helding uit, verschrikt op zijde schuivende; want Van Ranst, die een groote zwaarlijvige kerel was met dikke knevels en bakkebaarden, zag er inderdaad vervaarlijk uit. "UEd. is immers," hervatte Contour, "de maker van dat lieve dichtstukje op ... hoe heet het ook?... "Eilieve, Reekalf! help mij eens op den weg."

Te beginnen bij het Reekalf en den Haas, afdalend tot de Muis is geen enkel Zoogdier voor hem veilig. Hij besluipt en overvalt ze plotseling en doodt ze door een beet in den hals. Verscheidene boschopzichters hebben waargenomen, dat hij soms ook jonge en zwakke Reeën aanvalt. Een even groote slachting als onder de Zoogdieren richt de Boom-Marter trouwens ook onder de Vogels aan.

"Ik kan u zeggen, mijn waarde Monsieur Helding!" zeide Contour, "dat er geen dichter is, wiens verzen meer bij ons regiment bewonderd worden, dan de uwe." "Het gaat zooverre," zeide Reekalf, "dat twee Luitenants, een Vendrig en drie Kornetten in arrest zijn gezonden, omdat het lezen uwer gedichten hen het parade-uur had doen verzuimen."

Verder 'T Hert, 'T Hart, Hert en Vliegenthart. Als zoodanig komt 't Vliegend Hert voor te Naarden en het vlieghenden Hert te Gent. Ree, Rhee, De Ree en Reekalf. Deze laatste naam is van oude dagteekening. Immers Goossen Jansz. Reecalf was in 1535 burgemeester van Amsterdam.

"Precies!" zeide Contour: "er kwam van kolen in." "Die kolen maken een lumineux effect," zeide Reynhove. "Wier vier het hart in vlammen zet." herhaalde Reekalf: "wat is het aardig uitgedacht en geestig volgehouden: gloeiende kolen en een vlammend hart! Laten wij eens drinken, om dien geweldigen brand te blusschen. Uwe gezondheid, Monsieur Helding!"

En Helding, die alles voor goede munt opnam, hief op deze wijze aan: "Lief Kuiltje! waar de God der liefde in ligt verscholen, Als in een zacht satijnen bed!...." "Een satijnen bed. Juist! recht poëtisch!" viel Reekalf in. "Van waar hij pijltjens schiet, die in het wilde dolen, Maar treffen steeds, en gloeiend zijn als kolen, Wier vier elk hart in vlammen zet."

"Ik houd niet van mij in te dringen," zeide ik: "en blijf slechts een oogenblik." "Wel, ik hoop van beter," hernam hij: "maar neem plaats: ik weet niet of gij deze Cavaliers kent: de Heeren Contour, Reekalf Van Ranst, officieren te Naarden in garnizoen." Ik boog mij en nam plaats.

"Wij hadden bij ons een Cadet," zeide Reekalf, "wiens dood gij op uwe rekening hebt." "Zijn dood!" riep Helding in verbazing uit: "UEd. spot er mee." "Volstrekt niet: hij wilde uw schrijftrant navolgen en heeft zich, uit wanhoop over het mislukken zijner pogingen, een kogel door 't hoofd gejaagd."

Verleden week, moet gij weten, zit ik bij den ouwe in zijn kamer; daar komt mij die Jan Rijstenbrij met zijn bleeke tronie aangewandeld, met een pak papieren onder den arm, van een graf, dat de ouwe in de Westerkerk voor zich had laten koopen." "Jongen!" viel de luitenant Reekalf in: "heeft de ouwe plan om op te stappen? Dat zou je goed komen, vriendje?"

"O Mijnheer!" zeide Reekalf, zijn kameraad in verlegenheid ziende: "alsof wij geen kopieën van uw werken hadden; maar mijn vriend is mij vooruit geweest: gun mij thans ook de eer...." En er werd op nieuw geklonken. "Ik ben niet minder gecharmeerd van uwe kennis te maken," zeide Reynhove. "Ich wil auch een klaasje wein mit UEd. trinken," zeide Weinstübe.