United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik had geen de minste moeite om mij in te denken in 't geval dat ik met haar getrouwd was en dat wij samen, als man en vrouw, naar onze slaapkamer gingen. Op 't eerste trapportaal duwde zij een witte deur open, draaide licht aan, verzocht mij binnen te treden. Alles was er van een lichte kleur, amandelbloesemachtig-teer en 't geurde er bedwelmend naar fijne viooltjes.

In de blijspelen van Aristophanes zijn op deze wijze een aantal verzen van verschillende dichters, voornamelijk van Euripides, geparodiëerd. Parodos, het eerste optreden van het koor in een tooneelstuk, ook de deur ter zijde van de orchestra door welke het binnenkomt, verder het lied dat bij het eerste optreden gezongen wordt.

Na dit gezegd te hebben wendt Jacoba zich van haar tante af en gaat weer haastig naar de deur. "Jacoba hoor eens." "Riept u?" "Ja beste kind, kom nog eens even hier. Zou je me een groot genoegen willen doen?" "Als ik kan, zeker!" Mevrouw Mansburg vat Jacoba's fijne hand, en haar vriendelijk aanziende zegt ze zeer overredend: "Och, dan wou ik zoo graag dat je tante eens je vertrouwen schonkt.

Ik was zoo ontroerd, dat ik niet weet hoe de deur, waarop de agent van politie geklopt had, geopend werd; maar van het oogenblik af, dat wij binnengetreden waren in het groote vertrek, dat verlicht werd door eene lamp en een groot kolenvuur op een fornuis, heb ik mijne herinnering behouden.

Dominee Manders en mevrouw Alving komen uit de eetkamer. Kom je niet bij ons, Oswald? Dankje, neen; ik denk dat ik een eindje uitga. Ja mevrouw? MEVR. ALVING. Ga naar beneden in de strijkkamer aan de kransen meehelpen. REGINE. Ja mevrouw. DOM. MANDERS. Hij kan daarginder toch niets hooren? MEVR. ALVING. Niet als de deur dicht is. En hij gaat bovendien uit.

Zijne leergierigheid had hij echter niet aan de deur der fabriek achtergelaten, neen, hij kocht reeds voor zijn eerste weekloon een Latijnsche spraakkunst, en wist zijn werk zoo in te richten, dat hij in de fabriek zijn taak kon verrichten en tegelijkertijd toch zijne leergierigheid bevredigen. Hij kon werken en lezen tegelijk.

Pas op, riep hem, dat duert nou al lank genoeg; ge kunt maer eens gauw gaen zegge' wat ge van mij hebbe' moet. Waerom komde gij mij hier ruzie zueken, eh? 'k heb ommers ouw of uw heel familie geen affaire? Laat me dan gerust en gaat aen. Maer de geest nie a's wenken en naer de deur wijze'. Jan pakte dan zijnen kandelêr en tege' de' geest; allo! laet zien wat g' hebbe' wilt.

Met meitakken in de hand, gaan thans nog in Vlaanderen de kinderen op den vooravond van deur tot deur en vereeren hem met een twijg, die eieren of versnaperingen schenkt. In het Gentsche noemt men dit "den Mei gaan zingen"; want meiliedjes zingend, trekken de kleinen rond.

Den volgenden dag was er vuur. Maar de twee armstoelen waren aan het andere einde der kamer bij de deur geplaatst. "Wat moet dit beteekenen?" dacht Jean Valjean. Hij zette de stoelen op hun gewone plaats bij den schoorsteen. Het weder aangelegde vuur bemoedigde hem echter. Zijn bezoek duurde dezen keer nog langer dan gewoonlijk.

De deur ging langzaam open, de Vos en Charley Bates kwamen binnen en deden de deur achter zich toe. De aandachtige lezer maakt kennis met eenige nieuwe persoonlijkheden, die betrokken zijn bij verschillende vroolijke dingen, in verband met dit verhaal. »Waar is Olivervroeg de Jood en stond met een dreigenden blik op. »Waar is de jongen