United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat zijn oude conventionele volksliederen-motieven in de ridder- en hofkringen in voorname vorm gegoten. Andere dansliedjes, eveneens door vrouwen gezongen en oorspronkelik ook wel door haar gedicht, zijn romanceachtig vertellend.

O, wel traag en wel dom ben ik geweest, Reeds veel vroeger had ik zonder omwegen mijn weg recht op U toe moeten nemen, Wat ik tot nu heb gezegd was gebabbel omdat ik 't niet tot U zei; wat ik tot dusver heb gezongen was het lied der zotheid, omdat ik U niet bezong.

Wanneer de vrouwen bij elkaar zitten te naaien of te spinnen, begint één er van een lied en heffen de anderen het refrein aan; na tafel wanneer de mannen en vrouwen samen aangezeten hebben, geeft een der vrouwen ook een lied ten beste en wordt het refrein door de overigen gezongen; of wel moet ieder der aanwezigen om de beurt een lied zingen.

Een jong officier met een knap uiterlijk, en nog al met zich zelf ingenomen, was reeds bij het eerste lied, dat er gezongen werd, uit zijn tent gekomen. Langzamerhand had zijn gezicht een zachtere uitdrukking aangenomen; zijn eigenwaan was verdwenen; hij had zijn pijp laten uitgaan en was in gedachten verzonken geraakt.

Ik schoor den heelen dag en om mijn geest afleiding te geven, speelde ik 's avonds op den guitaar. Mijn meester op dit instrument was een oude senor escudero, dien ik schoor. Hij heette Marcos de Obregon en had vroeger in een kerk gezongen. Het was een wijs man, die evenveel geest als ondervinding had, en die van mij hield als van een eigen zoon.

"Van Alkmaar begint de victorie" zoo luidt het spreekwoord, waarin nog heden ten dage die gebeurtenis in de Nederlanden vereeuwigd wordt. Onuitsprekelijk groot was de blijdschap der bevolking over deze redding. Een van Alkmaar's dappere verdedigers deelt ons in zijne beschrijving van die gebeurtenissen ook twee volksliederen mee, welke in die dagen gezongen werden.

Deze grap had een groot succes, nooit had er op de soirées van Musette zoo'n prettige en opgewekte toon geheerscht; er werd nog gezongen en gedanst, toen de witkielen de meubels, tapijten en divans kwamen halen en daardoor het gezelschap noodzaakten weg te gaan.

Er zijn nog verschillende werken door hem geschreven in volkstaal, sommige in rijm gezongen, een ander in prozaisch verloop opgezet, waar zijn geest behagen schept een weinig te openlijk in wulpsche jeugd, wat hij later, ouder geworden, in het duister wilde laten.

De atheensche prelaten begaven zich ter kerk, gezeten op witte paarden en omstuwd door prachtig uitgedoste geestelijken; de archonten verschenen te paard in het heiligdom, en de atheensche dames lieten zich, onder het geleide van eunuken, in haar draagstoel derwaarts voeren, om de jonge geestelijken, die het best gezongen hadden, toe te juichen.

Nu zet de vroolijke, joelende stoet zich in beweging, en in Noord-Brabant wordt hierbij gezongen: Te N. willen wij niet wonen, Daar zijn de wijven te kwaad, Maar te N. willen wij wonen, Daar zijn ze beter van aard. Of wel: Te N. willen wij niet wonen, Daar is 't een arrem land, Maar te N. willen wij wonen, Daar zijn rozen geplant.