United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Een glas," riep iemand, "een glas," en toen hoorde men weder dat geluid, dat zoo merkwaardig snel aangroeide tot een donderend gejuich, tot het leek alsof de geheele wereld juichte... De ontslagen gevangene verliet de zaal eindelijk wonderbaar bewogen; op zijn gelaat eene uitdrukking alsof hij een visioen gezien had. Nu wist hij het, iedereen wist het nu; zijn denkbeelden waren niet langer vaag.

Chansons du XVe siècle, no. 5, p. 5, no. 87, p. 85. La Marche, II p. 207. De nieuwe gedachten, die straks als Renaissance en Hervorming aan het firmament zullen staan, vinden in de Fransch-Nederlandsche kunst en litteratuur der vijftiende eeuw nog zoo goed als geen uitdrukking.

Hij zal zelfs bereidwillig herhalen de uitdrukking, die hij beweert gebezigd te hebben, en de politieman, die de taal niet kent, zal zulks dan niet meer voldoende kunnen tegenspreken.

Zij was niet ouder dan vijftien jaar. Haar gelaat, een zuiver ovaal, was fijn van kleur, de neus onberispelijk, de kleine mond vol uitdrukking, de oogen diep blauw, waren fraai van vorm. Het weelderige goudblonde haar golfde vrij over hare schouders en reikte tot aan haar zadelkussen.

In plaats van mij aan te zien, hij was immers zoo blij mij weer te zien, zag hij met een onbehagelijk blufferige uitdrukking den kring der officieren rond.

»Dat is een kelder!" riep hij, met een uitdrukking in zijn oogen, die dadelijk aan een menigte »goede zaken" deed denken, welke een flink voorziene kelder zoo al bevatten kan. Volijverig zetten hij en Ros zich nu mede aan den arbeid, en in een oogenblik was de trap geheel vrij.

"De heilige Laurentius op een rooster," voegde Laurie er bij, den zin kalm voltooiend. Maar de vermaning bleef toch niet zonder uitwerking, want zijn oogen stonden nu klaar en wakker en begonnen te glinsteren, en een half knorrige, half beleedigde uitdrukking nam de plaats in van de vroegere onverschilligheid. "Ik dacht wel, dat je 't zoo zou opnemen.

Hij vraagt niet verder. Dien avond, gaat hij liggen en hij staat niet weder op. Als de zoons en dochter zich den volgenden morgen naar het veld begeven, gaan zij eerst omzien naar hun vader, dien zij niet hebben hooren bewegen. Zij vinden hem op zijn bed uitgestrekt, met wijdgeopende oogen en een uitdrukking alsof hij over iets nadenkt.

Hun woordenboek heeft, zooals de geleerde Pott aantoont, geene uitdrukking voor het begrip "hebben" en "bezitten", ook geen voor "moeten" of "plicht" of "wet". Zij hebben hunne geheele "zaak op niets gesteld." Zij zijn onder ons opgegroeid, zooals luchtplanten, zonder wortelen, zonder bodem, zonder vaderland. Zij vormen ook nergens zulke talrijke en compacte gemeenten, als de Israëlieten.

"Geenszins, vadertje; maar Bardik kent de woestijn en waarschuwt u, dat dit paard niet "van zouten" is." ""Van zouten?" Wil je mij dan een gekuipt paard doen koopen?" "Neen, vadertje; maar die uitdrukking wil zeggen, dat dit paard de landziekte nog niet gehad heeft, dat het die weldra ondergaan zal, en dat, wanneer het er niet aan sterft, het voor u niettemin nutteloos zal zijn."