United States or Bangladesh ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijnheer Van Lens, zijn mannen optellende, bevond dat slechts het tiende deel aan de woede der Burgers ontsnapt was . De meeste Aanleiders en Edelen waren in de legerplaats gegaan, en hadden zich rondom de gulden ridder geschaard: zij drukten door hun woorden al hun dankbaarheid voor hem uit; maar hij, vrezende zich te doen kennen, antwoordde niet.

Spoedig zou ik dien noodig hebben, want in de verte naderde een ridder te paard, wiens houding en gebaren mij deden vermoeden, dat er opnieuw gevaar voor mij dreigde. Toen hij naderbij was gekomen, daagde hij mij uit tot een tweegevecht, na mij ervan beschuldigd te hebben, dat door mijn toedoen zijne landerijen verwoest waren en zijn veestapel gedood was.

Hij had, gedurende eenen slapeloozen nacht, den tijd gehad om over zijne belachelijke verbeeldingen en den goeden raad van den sergeant-majoor na te denken, en daarbij met schaamte erkend, dat hij, sedert zijne aankomst te Gheel, juist had gehandeld als ware het hem te doen om tegen den ridder Don Quijote van Cervantes in gekheid te wedijveren.

Hij trekt voordeel uit zijne ondervindingen, en bij elke bladzijde zien wij hem flinker en gevatter worden en toenemen in gezond verstand. Hoe dwazer zijn meester wordt, des te wijzer wordt Sancho, totdat hij tenslotte de gids en raadgever wordt van den ridder van de Droevige Figuur.

Hij verzekerde Bernaldo, dat zijn vader in vrijheid zou worden gesteld, wanneer hij er in toestemde, het groote kasteel Carpio aan hem af te staan. De jonge ridder gaf hem oogenblikkelijk zelf de sleutels over en smeekte, dat zijn vader hem dadelijk zou worden teruggegeven. Als antwoord wees de verraderlijke Alfonso op een troep ruiters, die in galop naderden.

Eenige maanden later echter hoorde ze wedernacht schreien, en daarom vroeg zij, waarom Martha leed. Hoe verwonderd was ze, toen deze haar rustig zeide, dat er niets was, en dat ze slechts even wakker had gelegen. Spoedig zou Beatrix dit alles vergeten. Want ook voor haar kwam het leed. Een dag zeide haar de ridder: "Ik moet u verlaten, zoete Beatrix." Na dien weende zij in den nacht.

Ik vlei me, dat ge aan mijn verzoek zult voldoen en dat mijn bevrijder bij u en bij don Raphaël, mijn neef, een goede gastvrijheid zal ondervinden. Uwe liefhebbende nicht Dona Mencia te Burgos." "Wat!" riep don Raphaël na de lezing van dezen brief uit, "dankt mijn nicht aan dezen ridder haar eer en leven? Den hemel zij geprezen voor deze gelukkige ontmoeting."

"Schurk!" zei de kapitein, weder opstaande, "gij hebt mij een gat in het hoofd geslagen, en bij anderen van onzes gelijken zou uwe onbeschaamdheid u duur te staan komen. Maar gij zult dadelijk uw lot vernemen. Laten wij eerst over uw meester spreken; de zaken van den ridder gaan vóór die van den schildknaap, volgens de wetten der ridderschap.

De behendigheid, met welke hij zijn paard regeerde, en een zekere jeugdige bevalligheid van houding verwierven hem de gunst der menigte, welke eenigen uit de mindere klasse luidkeels uitten door het geschreeuw van: "Raak het schild aan van Ralph de Vipont; raak het schild van den Hospitaal Ridder aan; hij zit het minste vast; hij is de gemakkelijkste partij!"

Terwijl zij dit zegt, waarschuwt nu de dichter denkt zij nog aan haar aangebeden ridder, maar meer en meer gaan haar gedachten toch naar de ander.