United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


In den brief, dien Columbus bij deze gelegenheid schreef, stralen ernst en rechtschapenheid door. Opzettelijk werd er niets verkeerd voorgesteld. Hij verhaalde de feiten, zooals ze zich aan hem voordeden, met de meeste waarheidsliefde, en legde moeielijkheden en vooruitzichten zoo getrouw mogelijk bloot.

Toen Columbus eenigszins hersteld was, schreef hij een' brief aan Koning Ferdinand, om De Ovando te willen gelasten hem uitbetaling te doen van hetgeen deze zich wederrechtelijk had toegeëigend toen hij De Bobadilla in het opperbestuur verving.

Zeven weken hadden ze al in de haven gelegen, want er was heel wat te herstellen geweest, toen kapitein Wilson op een morgen bij het ontbijt een brief ontving, welks inhoud hem ten hoogste verbaasde. "Mijn hemel! wat moet dat beteekenen?" riep hij uit. "Wat is er, Wilson?" vroeg de goeverneur. "Hoor nu eens aan, Sir Thomas." En de kapitein las: "Hooggeachte Heer!

De beide dochters, mooie, vroolijke gezonde vrouwtjes, zijn beide met mannen uit de gemeenschap getrouwd, en hebben beeldige spruiten. Terwijl ik dezen brief zit te schrijven, hoor ik beneden het gemengd koor zingen en zijn er evenals elken Zondagmiddag en -avond, tal van gasten, uit de Christelijke en Mohammedaansche bevolking uit de stad.

NORA (bij de deur ... opent die op een kier en luistert). Hij gaat weg ... geeft den brief niet af.... O, neen ... neen, dat zou ook

Een oogenblik staarde zij er op, alsof het een slang was, toen las zij haar brief, en begon te schreien.

Ik schreef hem terug, kreeg weer een langen brief, en wat er precies in stond weet ik niet meer, maar ik herinner mij dat hij heel sympathiek was. Daarvoor ben ik Kloos altijd dankbaar gebleven. Die heeft beseft dat daar iets nieuws aan het worden was, dat er uit dat onaanzienlijke krantje nog wel eens iets goeds kon voortkomen.

Het onderwerp van dezen Epos, zooals de dichter zelf, in een brief aan zijn vriend den Hoogleeraar H.W. Tydeman, het uitdrukte, is eigenlijk "de zondvloed" niet: "doch hetgeen den zondvloed verwekte."

Overal zie ik heidestruiken, waaronder zich graven en doodengrotten verbergen; ik koos een der heuveltjes uit, mogelijk wel dat, waar Paulus volgens de overlevering zijn Brief aan de Korinthiërs heeft geschreven. Die hadden, naar het schijnt, behoefte aan een zedepreekje, om hen in hun weelde wat in toom te houden.

Een anderen keer ontving hij een brief, het overlijden meldende van een edelman uit het gewest, waarin met weidsche praal, behalve de waardigheden van den overledene, al de leenheerlijke en adellijke titels van zijn geheele familie waren opgenoemd. "Welk een breeden rug heeft toch de dood," riep hij.