United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu kreeg Don Quichot ook den vervaarlijken neus van den vreemden schildknaap in het oog en verwonderde zich er niet minder over dan Sancho, die op ditzelfde oogenblik kwam aanloopen, om zijn meester eene dringende bede in het oor te fluisteren.

Nadat hij voor Sancho Panza een voordracht gehouden had over de plicht, die in dit opzicht op een dolenden ridder rustte, werd hij kwaad op zijn schildknaap, omdat deze maar niet kon begrijpen, wat de oorzaak was van zijn verliefd en opgewonden gedoe. »Zeg eens, heer«, vroeg Sancho, »wat zijt gij van plan uit te voeren in deze negorij

"Houd den mond, Sancho, en bind maar de touwen vast," antwoordde Don Quichot op deze welgemeende waarschuwing. "Juist zulk eene onderneming, die nog niemand gelukt is, past voor mij." De schildknaap zweeg en liet verdrietig de lip hangen.

"Ik bid u in Gods naam," smeekte hij, "maak toch, dat mijn meester zich niet met dat wilde gedierte inlaat, dat ons zeker in stukken zal scheuren." "Maar wil uw heer dan wezenlijk die dieren bevechten?" vroeg de vreemde. "Is hij dan geheel razend en dol?" "Dol en razend niet, maar zoo moedig, dat er geen houden aan is," verzekerde Sancho.

"Nu dan doe ik uitspraak," sprak Sancho, "dat men de eene helft van den mensch, die de waarheid heeft gezegd, vrijen overgang late, maar de andere, die gelogen heeft, zonder barmhartigheid ophange. Op die manier krijgt ieder deel wat hem toekomt."

"Goed, daar ben ik tevreden mee, en ik stel voor, dat wij onze schildknapen wekken, zoodat zij tegen zonsopgang onze paarden getuigd en gezadeld hebben." Zij gingen naar de plaats, waar de twee in slaap lagen, wekten hen en bevalen hun, al het noodige tot den voorgenomen kamp gereed te maken. Sancho schrikte niet weinig, daar hij voor het leven en de gezondheid van zijn heer bijzonder bezorgd was.

Hij wendde zich tot Sancho, en zeide: »zie, ginds komt hij, die op het hoofd den helm van Mambrino draagt, en ik heb gezworen, dat ik dien bezitten zal

Inmiddels had Sancho zijn ezel weer bestegen, terwijl Don Quichot op Rocinante zich aan de zijde der hertogin hield en zich met haar in een leerzaam en onderhoudend gesprek verdiepte.

Hij zette zich eerst behoorlijk in den zadel terecht, trad vast in de stijgbeugels, schoof het vizier van zijn helm op, gaf Rocinante de sporen en zette het toen in galop, om der hertogin de genadige handen te kussen. Deze had inmiddels haar gemaal laten roepen en dien de door Sancho Panza overgebrachte boodschap medegedeeld.

Haar krullend haar blinkt in den zonneschijn en fladdert in den wind. Zij rijden op drie telgangers, zooals ik ze mijn leven lang nog niet gezien heb." "Nu, dan willen we ons haasten, vriend Sancho," antwoordde Don Quichot. "Heb dank voor de heuglijke tijding en maak er staat op, dat ik u daar koninklijk voor beloonen zal."