United States or Trinidad and Tobago ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rocinante was zoo deerlijk gehavend, dat hij geen poot verzetten kon, en Sancho Panza toonde zich zoo bijster bedroefd en neerslachtig, dat men puur niet wist, wat met den armen sukkel aan te vangen.

Op een warmen Julimorgen legde hij dus, zonder een sterveling iets van zijn voornemen mede te deelen, zijne wapenrusting aan, zette den kunstig gefatsoeneerden helm op het hoofd, stak het schild aan zijn arm, greep zijne lans, besteeg Rocinante en reed door het achterdeurtje van zijn hoenderhof de wijde wereld in.

Reeds wilde hij Rocinante den kop doen omwenden, toen hem nog tijdig inviel, dat hij zich immers door den eersten den besten, die hem bejegende, den ridderslag kon laten geven. Deze gedachte vervulde hem met nieuwen moed en bewoog hem, zijn gelukkig begonnen tocht getroost voort te zetten.

De paarden verstrooiden zich over de weide en het duurde niet lang, of eenige dartele veulens begonnen den ouden Rocinante het leven lastig te maken. De dieren werden wild en gingen hem met hunne tanden en hoeven zoo ongenadig te lijf, dat zij hem al spoedig den gordel losgemaakt en den zadel van den rug gehaald hadden.

Wij zijn noch verfoeilijke, noch heidensche snoodaards, maar twee doodonschuldige dienaren des Heeren, die rustig huns weegs gaan en niet weten, of in die koets daar prinsessen of prinsen zitten." "Gij liegt, duivelsche heksenmeesters!" riep Don Quichot woedend, velde de lans, gaf Rocinante de sporen en stoof in galop op den eersten monnik los.

Zonder op de gedachte te komen, dat Rocinante door een uitwendig middel gebonden kon zijn, besloot hij, zich voorloopig tevreden te stellen en den morgen af te wachten, wanneer, naar hij hoopte, Rocinante wel weer vanzelf in beweging zou komen. Hij gaf dit besluit aan Sancho te kennen, maar kon toch wel bijna gehuild hebben van ongeduld.

"Gij hebt uw Rocinante maar aan te sporen en den weg op te rijden, om uwe aanminnige Dulcinea te zien. Zij komt daar met twee van hare hofdames aandraven, om u een bezoek te brengen." "Wat zegt gij daar?" riep Don Quichot half verschrikt. "Hoed u, hoed u, Sancho, mij opzettelijk te misleiden, om door eene bedrieglijke boodschap mijne diepe treurigheid in een snel vervliegend geluk te verkeeren."

Zij stegen van hunne dieren, lieten Rocinante en grauwtje vrij rondloopen en zich op het groene gras vergasten, vlijden zich onder een boom neer, openden hun knapzak en verteerden in vrede en eensgezindheid, wat daar in te vinden was. Sancho Panza had verzuimd beide dieren de voorpooten te koppelen, daar hij ook niet verwachtte, dat Rocinante uit lust en moedwil de vette weide verlaten zou.

"Nu ja, van een schim begint Rocinante al vrij wat te krijgen, heer ridder," zeide Sancho Panza; "maar toch reken ik 't beter, dat ik maar op hem ga zitten en op zijn rug mijne reis naar uwe Dulcinea aanvaard. Ik zal dan des te gauwer hier terug kunnen zijn." "Goed, Sancho, doe, wat gij verkiest," antwoordde de ridder van de droevige figuur.

Don Quichot had intusschen zijn knaap in veiligheid gebracht en, door zulk een verraderlijk gedrag in blakende grimmigheid ontstoken, gaf hij Rocinante nu met zooveel geweld de sporen, dat hij in vollen galop op den nu roerloos wachtenden spiegelridder instoof.