United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet zelden beefde Siska als een riet, wanneer het glinsterend oog van haren grijzen vader eenen beschuldigenden blik in haar oog schoot; maar hij sprak niet, de moedelooze man, en staarde in stom verdriet op de werklieden, die bezig waren met zijnen winkel overhoop te zetten.

"Het was meest om haar gerisqueerde aardigheden te ontlokken, of zulke uitvallen, waardoor ze befaamd is geworden." "Waarheid is, dat iedereen zich amuseerde met hare bijtende reparties." "Die de dames vreesden," sprak een der heeren half schertsend, half verwijtend, "omdat ze in den regel even juist waren als scherp." "In den regel koos zij de heeren tot point de mire van hare raillerie."

Anna Karenina trad weer naar den waggon om afscheid van de gravin te nemen. "Nu gravin! gij hebt uw zoon en ik mijn broeder gevonden! Mijn geschiedenissen waren nu ook alle ten einde en ik zou u niet meer hebben kunnen vertellen!" "Neen, neen!" sprak de gravin, "met u zou ik de heele wereld door kunnen reizen zonder mij te vervelen.

Maar daar het al vesper was en de student meende genoeg te hebben gedaan, liet hij haar kleeren halen en in den mantel van den knecht wikkelen en ging naar het huis van de rampzalige donna, vond daar de meid mistroostig, treurig en radeloos aan de deur zitten, en sprak tot haar: Vrouw, wat is er met Uw donna?

En hij spoedde zich voort en haatte haar om die belofte. "Een andere jongen!" sprak Tom tot zich zelven en knarste met de tanden. "Zij mocht, wat mij betreft, elken jongen van de plaats genomen hebben, behalve dien vromen Piet, die zich zoo mooi kleedt en zoo voornaam is! Best, jongen! ik heb je een pak gegeven den eersten dag dat je hier kwaamt, en je zult er nog een hebben.

Hy vond die kamer zoo prachtig, en die meubels, en die groote kasten vol boeken ... och, z'n prent kwam hem zoo leelyk voor! Hy had het ding wel willen inslikken. Men had hem van-huis allerlei lessen meegegeven, en voorgeschreven hoe hy staan, zitten en spreken moest. Hy stond daar dus vry links, en sprak bedremmeld.

"Vroeger best!" sprak Toon, terwijl de koorts hem vreeselijk over 't gansche lichaam deed rillen: "Ik heb Hem een poos links laten liggen.... maar, nu ik zoo dikwijls alleen ben, zie je, nu heb ik Hem weer eens aangesproken. Hans heeft nooit klagen gehad, en het redden van Grietje, dat heeft Hij ook gezien."

En hiermede liep hij tussen de heesters en verdween in het diepste van het woud. De ridders die in de baan stonden en dit schouwspel met angst aanzagen, hadden geen tijd gehad om elkaar enige woorden toe te sturen; doch zodra zij van hun verbaasdheid waren teruggekomen, sprak De St.-Pol: "In der waarheid, ik geloof, mijn broeder, dat gij met een tovenaar te doen hebt, want zo zegene mij God!

Dat de rijke vondst evenwel geen oogenblik uit hare gedachten was, en dat zij er onophoudelijk met haren man over sprak, behoeft niet te worden gezegd. En wat al plannen voor de toekomst werden er gesmeed, wat al luchtkasteelen gebouwd! Helaas, op hoe droevige wijze zouden al die illusien worden verstoord, en hoe zou de vreugde dezer arme lieden weldra verkeeren in droefheid.

Boven het gejoel en gestommel uit klonken telkens de kreten: "Coksejanen! Scholtianen! Fijne beschuiten!" "Ik zag," zei een van de broeders: "bij Steenhorst in de Nieuwe Leliestraat ook politie voor de deur." "En ik," sprak een ander, "hetzelfde bij Hoogkamer op den Nieuwe Zijds Voorburgwal. De politie schijnt het zich vandaag al bijzonder aan te trekken."