United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


De generaal moest je de deur wijzen voor goed, dolle Sancho Pança als gij zijt; en hij zou het doen, zoo zijn tong zijn eergevoel niet had verstompt." "Francis, Francis!" stamelde de generaal met eene klagende stem.

Waarom roept gij hem niet om u te hulp te komen? Gij zijt de zijne en wie zal hij beschermen of helpen, als hij u niet behoedt of van dienst is?

In Maart 1803 werd het duidelijker dan ooit, dat Engeland den oorlog wilde. In dezelfde maand had Bonaparte op een receptie den Engelschen gezant in heftige bewoordingen te verstaan gegeven, wat hij van Engelands houding dacht. "Gijlieden zijt tot den oorlog besloten; gijlieden verlangt oorlog.

Zij zaten aan een tafel, bij een helder vuur, dat in een hoogen schoorsteen brandde, en ze waren bezig een lekkere warme soep te eten. De reuk van de soep wekte weder mijn honger op; ik voelde dat ik in onmacht raakte en wankelde. Mijn machteloosheid lag op mijn gelaat te lezen. Zijt gij niet wel, mijn jongen? vroeg de tuinman mij op deelnemenden toon.

Zij bevonden zich aan het ander eind van het bosch onder een oude linde en riepen hem aan. Twee gestalten in donkere kleeding stonden over iets gebogen. Het waren Kitty en de bonne. De regen had opgehouden en het werd helder. Beiden stonden gebukt over de kinderwagen met de groene kap. "Gij leeft? Gij zijt ongedeerd? Goddank!" riep hij uit en naderde haar.

"Die is, waar ze altijd zal zijn, en dwingt mij u te doen opmerken, dat men ook van eene verrassing kan spreken, al is zij verre van aangenaam; en ik wil gaarne bekennen, als gij er op gesteld zijt het te vernemen, dat uw onbarmhartig leedvermaak in mijn ongeval gansch geen behagelijken indruk op mij maakte." "Dat is een geluk voor mij; zoo is er nog kans dat ik meeval."

En tot dezen iemand misschien zijt gij, Bondsman, het zelf wel: er kunnen meer Ketelaars van klasse-onderwijzer gezagsman worden tot hem en zijn gelijken zeg ik: geen gouden stoepen. Reik ons hartelijk-welmeenend als 't noodig is een sinaasappel toe. Ge zult eens zien, hoe die ons opvoedt. Je kon zeggen, dat de man er voor hen heelemaal geen gouden stoepen op nahield. Ze mochten letterlijk alles.

Alles, de dingen, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij dood. Alles, wat er is en wat er komt, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen. Ze zijn alle de uwe. De uwe dáárin, dat zij ten slotte alle u ten zegen hebben te worden, alle u moeten dienen. Doch gij zelf zijt van een ander. Doch gij, zoo vervolgt de Apostel, zijt van Christus, en Christus is van God.

"Gij zijt jong; er zullen eenige veranderingen komen, die willen wij hopen goed zullen eindigen; en mogelijk ligt eene schitterende loopbaan vóór u. Uw begin is van dien aard, dat gij de voorzichtigste lieden noopt zich in hunne verwachtingen zeer ver te laten meesleepen. "Doch ik dwaal van het doel van mijn schrijven af.

Maar hij lette daar niet op; hij gunde ons den tijd niet om hem iets te zeggen. "Francis!" riep hij, een brief in de hoogte houdende, met stralende oogen en een gelaat of hij verjongd ware. "Waarom zijt gij toch zoo lang uitgebleven, nu ik u zulk goed nieuws heb mee te deelen." "En ik u, grootpapa! Maar wat is er? Gij ziet er zoo triomfantelijk uit, en dat midden in die deftige akten!