United States or Barbados ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik nam beide hare handen in de mijne en sprak met vastheid: "Als de scheiding u iets kost, Francis! scheiden wij niet!" "Het is bedwelmend, Leo! de.... de.... mogelijkheid dat ik.... ik nog gelukkig zou kunnen zijn," stamelde zij. "Het is genoeg, Francis! gij zijt de mijne. Ik laat u niet meer los. Leg uwe hand in de mijne voor het leven."

En wat was ook natuurlijker? hij beminde, zonder het nog zelf te weten: en wie, die eenmaal bemind heeft, weet niet hoe zoet, hoe bedwelmend dat eenzaam mijmeren is, als men, alleen met de schoone natuur, de gansche wereld vergeet: als een onbestemd verlangen het hart doet zwoegen, als een te voren ongekende wellust elken vezel ontspant en met verkwikkende warmte door alle poriën dringt: en de ziel, met zich zelve en met de schepping in vrede, zich in droomen en gedachten verliest, welke geene dorre wezenlijkheid in staat is terug te geven.

Hare blikken volgden 't zonnig geklots van het water, waarin donkerend wegkronkelde de schaduw van een bootje. Hare kaken bloosden. Ze hoorde om haar 't bedwelmend rumoer van de ijverige stad en voelde, van weerskanten haar lijf, den haastigen gang der menschen. Even aarzelde ze nog.... Ze liep nu weeral. Ze smeet haar hoofd achterover in wild gebaar.

Hij is als de man, die daags na den slag het slagveld bezoekt, u de lijken der gevallenen, de sporen der verwoesting toont en u daardoor ongetwijfeld een indruk geeft van hetgeen er geschied is, machtiger en aangrijpender dan eenige beschrijving zou kunnen doen, machtiger en aangrijpender zelfs dan ge zoudt hebben kunnen ontvangen, waart ge zelf te midden van het bedwelmend en verbijsterend strijdgewoel geweest.

Des avonds steeg een wasem van droomerij uit den tuin op en vervulde hem; een lijkwade van nevel, een hemelsche, kalme droefgeestigheid overdekte hem; de zoo bedwelmende geur der kamperfoelie en winde verbreidde zich van alle zijden als een vluchtig, bedwelmend vergif; men hoorde de laatste tonen der meerlen en vinken onder de twijgen wegsterven, men gevoelde er die heilige vertrouwelijkheid van den vogel en den boom; des daags verlevendigt het gevogelte de bladeren, des nachts beschermen de bladeren het gevogelte.

Voor 't eerst had hij dat bedwelmend gevoel, dat in zijn handen een kracht berustte, die als een natuurmacht menschen opheffen en neerbuigen kon. En terwijl hij over de banknoten streek, tintelden zijn vingers en hij vond zelfs, dat het gekreukelde papier een aangenamen geur had.

Meneer Bollekens, en ook zijn zoon, hielden van alles wat fijn en lekker was: van kreeften en primeurs, van fazanten en patrijzen, van alle mogelijke wildpasteien en gerechten; zij waardeerden met bijna vrome ontroering het bedwelmend bouquet der aloude Margaux', de als 't ware versche-levenskracht-ingietende rijkheid der bruinroode Nuits' en Vougeot's en de vroolijk-oplachende, gouden tinteling en Prikkeling der schuimende Pommery's en Cliquot's; maar na al die weelde van 't fijne en van 't dure, verlangden zij, dorstten zij telkens weer naar het meer alledaagsche en gewone, naar dat heerlijk-koel, schuimend glas donkerbruin bier, zooals de Rosbach, en alléén de Rosbach, het hun geven kon.

Zij gelijkt wel op de verderflijke deerne, waarvan Salomo in zijn spreuken gewaagt: hare lippen zijn zoeter dan de gouden honing, maar de nasmaak is bedwelmend als absinth en hare voeten reiken tot in den dood. Simon, gij zondigt eerstens tegen u zelven.

Te meer nog verdient het de aandacht, dat de keldermeester als er wat veel bezoekers van den berg zijn, zich vaak genoodzaakt ziet een zeer gewonen ligten Rijnwijn in die goudlakflesschen op te disschen, en dat de verrukking en het bedwelmend effect altijd dezelfde blijven.

De veelkleurige bloemen, de ceders met hun donkergroen gebladerte, de blauwachtige saliestruiken doen dit wonderlijk, dit bijkans bedwelmend kleurenspel nog te duidelijker uitkomen.