United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie je, 'k was in den hemel; en toen ik wel genoeg had, en net als vanouds op m'n twee beenen liep, toen zag ik ook jou weer, mijn goeje Hans; maar niet zooals je nou bent, maar blank van vel, en fraai van leden, en zwart van haar, want weet je, jij zelf waart bij Teunis in 't kuiltje.

Zoude hij óns opzoeken? Verlat was gelijk een die op heeterdaad van logen betrapt wordt en tevergeefs een oogenblikkelijk heil in nieuw verraad wil vinden. Hij vroeg verlof en verliet zeer aangedaan de loge. Hij liep de gangen door en baande zich, vóor het buffet, een weg naar de gaanderijen van den overkant.

Hij begon weder zijn lied te zingen, terwijl hij snel door de straten liep, en zong in de duisternis: Mais il reste encore des bastilles, Et je vais mettre le hol

Een opgewekte bende jonge bengels liep jouwend met hem mee, vormde zich tot een woelende samenscholing vóór zijn deur.

Het stijve papier ratelde tusschen zijn vingers, frommelend en friemelend en knijpend en rekkend: «ziet u, 't pampier is te stijf, 't mot olifant wezen".... ontwikkelde hij met veel armgewerk en vingergeschik, het gevirtuoos een beetje ontwend, zijn reeks van papieren gelijkenissen. En hij liet de gewrichtjes der vingers knakken en kraken, als hij met een slag, een hokus-pokus-slag, het eene figuur uit het andere haalde, tot het vermaak der menschen die hij denkbeeldig om zich had. Het lesje liep af.... de letter K kwam, een Spaansche halskraag werd een preekstoel met een trap er aan.... en toen de raderen van een stoomboot die door het water vaart.... «Dat is een priëel," zong hij.... «en dat het mussie dat mijn zalige grootmoeder droeg, is ze niet z

Drie dagen later stonden we met ons zevenen op het bovendek van De Vogel. Niemand wist, hoever het met 't werk stond; het liep tegen den avond, alle werklieden en studenten hadden het eiland verlaten; de zon was reeds ondergaan.

Ze zagen slechts, op heel hunnen weg een oud, zwartgekapmanteld vrouwken dat met een bussel sprokkelhout voortsukkelde, in de richting van een ver, klein hutteken. Overal waar ze gegaan had, gaapten hare voetsporen in de sneeuw, 't Was één lange stippellint dat vanuit het bosch in groote kromming achter het wijfken liep.

"Mevrouw," zeide hij, "ik moet meêgaan; alleen voor u maakt zij niet open, en eigenlijk zit ze niet eens op den rookzolder, ze zit daar achter op een plekje, wat ik alleen weet." Zoo liep hij dus vooruit en de vrouw van den baljuw volgde hem, maar zachtjes. Frits klopte aan de deur: "Mamselletje, doe open, ik ben 't!" Geen antwoord. "Mamselletje, wel, wel! Zuur varkensvleesch!" Geen antwoord.

En de beide meisjes riepen: »Sliep uit, sliep uit!« »O jullie deugnietenzei Dina. »Ik zal....« Maar ze was nog niet eens uitgesproken, toen ze schreeuwde: »O, nòg een, nòg een! Kijk eens....!« Op een drafje liep ze naar buiten, en Nel....? Wel die liep achter haar aan en schreeuwde even hard: »Help, help, een muis

De Priester, die waarschijnlijk gehoopt had, dat zijne prediking in goede aarde zou vallen, raapte zijn Brevier op, liep naar het vertrek waar Pizarro zich bevond en deelde hem, vol geloofs-verontwaardiging, mede, wat de Inka gedaan had. Zulk eene daad moest gestraft worden. Pizarro schijnt echter wel geweten te hebben hoe de zaak afloopen zou; dat blijkt uit alles.