United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat een priester grootmoedig was, zult gij duidelijk uit mijn volgende geschiedenis begrijpen.

Het behandelt de bekeering van een reeds oud en ouderwetsch priester, die niets van volksbonden en kinderpatronaten moet hebben, tot een modern herder, die, zelfs véél aan "sociaal werk" doet.

Hierop zegt Alva niets, doch zinkt neer bij de tafel, met het hoofd in de handen, terwijl hij tot den luitenant mompelt: "Met uw leven staat gij ervoor in, dat hij niet ontsnapt." Als er een wacht is geplaatst voor den ingang van de kapel, wordt Guy er gebonden en hulpeloos heengeleid, en hij zinkt voor den priester neer.

Maar de priester hief zelfs zijn hoofd niet op om te zien, wie hem riep; zoo was zijn aandacht in beslag genomen door zijn werk, het voortdrijven van zijn ossen en het sturen van zijn ploeg.

Toen de priester weigerde, greep Walther het klokketouw en begon de klok der kapel te luiden als een sein voor zijn landsknechten, die wachtten, om bij tegenstreven te helpen den priester te dwingen.

Een abdis staat in groote haast en in het donker op om een harer nonnen met haar minnaar te betrappen. Daar zij zelf met een priester slaapt en gelooft haar sluierkap op het hoofd te hebben gezet, plaatst zij er de broek op van den priester. Als de betrapte non dat ziet en het haar doet bemerken, bevrijdt zij zich van straf en blijft daardoor bij haar minnaar.

De priester had onmiddelijk al zijne statigheid weer aangenomen, en met de regterhand naar een der hoogste bergen wijzend, stelde hij zich aan het hoofd van den stoet, en daalde met dezen langs den muur naar het aan den voet der rots gelegen donkere woud omlaag.

Helmold, een geschiedschrijver, die omtrent dezen tijd leefde, laat eenen Frieschen Priester Gerlaf toen de Sclaven de Friezen ingesloten hadden, aldus aanspreken: »Nescitis apud Slavos nulla gens detestabilior Fresis? Sane foetet eis odor noster." »Weet gij niet dat bij de Slavoniers geen volk zoo zeer verfoeid wordt als de Friezen?

De priester stemde daarin gaarne toe, en ongeveer drie weken later stevenden zij naar het Rotseiland, waar beiden vurig baden voor de ziel van Kansuke. Dien nacht werd de oude priester met een schok wakker en zag hij een ouden man naast zijn bed zitten. Met een diepe buiging sprak de vreemdeling aldus: "Ik ben de geest van den Grooten Awabi, en ik ben meer dan duizend jaar oud.

Bij het aanbreken van den dag zie ik dat het einde nabij is: het is nog slechts eene kwestie van eenige uren. Wij moeten alle krachten inspannen om Muitaco te bereiken, waar wij, naar men ons verzekert, een priester kunnen vinden. Misschien kunnen wij daar nog komen, eer onze beklagenswaardige makker den laatsten adem heeft uitgeblazen. Het is een donkere droevige morgen.