United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Brevet, zie den beschuldigde goed aan, roep uwe herinneringen te zamen, en zeg ons, op uw ziel en geweten, of ge in dezen man uw voormaligen makker in 't bagno, Jean Valjean, blijft erkennen." Brevet zag den beschuldigde aan en wendde zich toen tot het hof: "Ja, mijnheer de president. Ik heb hem reeds vroeger herkend, en blijf er bij.

Mijn vroegere makker en ik zagen elkander alleen bij de maaltijden, als ik hem niet in mijn vrije uurtjes een bezoek bracht op de verschillende plantages, die onder zijne leiding aangelegd moesten worden en waarover hij het toezicht hield. Hij had hiervoor al zijn tijd noodig. Alleen des Zondags bleef Gaedecke in onze gemeenschappelijke woning, die wij zoo gezellig mogelijk ingericht hadden.

Zoo zou hij waarachtig er toe overgegaan zijn om zijn makker volledig omtrent de gebruiken in de Transvaal in te lichten, niet zoozeer uit kameraadschappelijken aandrang als om zijne meerderheid te toonen en zijne ijdelheid bot te vieren. Maar dan kwam Hannibal Pantalucci steeds tusschen beiden om hem in de rede te vallen.

Eindelijk had hij den kameel zoover buiten het kamp dat hij veilig was, toen zat hij in een wip op den rug van den kameel en wenkte zijn makker tot zich. Deze steeg bij hem op en nu ging het eerst behoedzaam en zachtjes aan, doch zoodra men op tamelijken afstand van de legerplaats gekomen was in snellen draf voort naar het veilige dorp. En nog steeds sliep Selam en droomde.

Tom had zijn boezemvriend naast zich, die onder hetzelfde leed gebukt ging als zijn makker en, vol vreugde over de afleiding, oogenblikkelijk een warme belangstelling in deze vermakelijkheid aan den dag legde. Die boezemvriend was Joe Harper. De beide jongens waren de gansche week door verklaarde vrienden, maar 's Zaterdags meestal geslagen vijanden.

"Och, wees niet boos op mij!" hernam de ridder; "gij weet, dat ik uw gezworen vriend en makker ben." "Daar weet ik niets van," antwoordde de monnik; "en ik verklaar u voor een neuswijzen kwast."

Bardik zelf zou in het bijzonder met de leiding van den wagen en van de ossenspannen belast, en daarin door zijn makker Li bijgestaan worden. Cyprianus behoefde zich dus niet om rijpaarden voor hen te bekommeren. Het zou hem ook onmogelijk geweest zijn, die aan te schaffen, wegens de kolossaal hooge prijzen, die hij er voor zou hebben moeten besteden. De keuze der wapens was niet minder moeilijk.

Hij was zeer klein, zwak, en bepaald armoedig gekleed. Hij scheen zeer veel geleden te hebben, en nam uiterst bescheiden in een hoekje plaats. Behalve een mes, droeg hij geen wapens, en al spoedig haalde hij een stuk hard maïsbrood uit zijn zak, om daarmee zijn avondmaal te doen. Deze arme man was zeker geen makker van de bandieten.

Inderdaad kwam onze makker ons dan ook al spoedig tegemoet met zijn buit, een fraai exemplaar. Van habitus verschilt een boschhaan niet meer van een gewonen haan dan een wild konijn van een tamme soortgenoot, alleen vliegen de wilde hoenders veel beter dan onze huiskippen.

Elk trachtte nog een geluid op te vangen van den verdwenen makker. Toch wisten ze maar al te zeker, dat deze hoop ijdel was; dat hij ergens, onherkenbaar verminkt misschien, aan den voet der rotsen moest liggen ontzield. Eindelijk kwam Kees tot zich zelven: »Mannen, we moeten vooruit. We kunnen hier niet blijven. En hèm kunnen we niet helpen. Niets zou hem meer kùnnen helpen. Hij is zeker dood."