United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


»'t Is wel gebeurd, dat kleine jongens gestikt zijn in een schoorsteenzeide een andere heer. »Dat komt omdat ze het stroo nat maken eer ze het aansteken in de schoorsteen als de jongen weer na beneden mot kommenzei Gamfield, »dan is 't niks as rook en geen vuur, en die rook helpt niks om 'n jongen na beneden te laten kommen, ze vallen dervan in slaap en dat willen ze net.

Frerik haalde een kleinen buidel te voorschijn. "Zie," vervolgde hij: "'k het hier vief guldens en zes stuuvers in, die 'k al lang van fooien en karseplukken gespoard heb; as 't nou te straf geet, dan mo'j den jong hieraf betoalen, en grootvoader zeggen, dat ie moar t'huus mot blieven, dat 't êvel wel goan zal. Hei'j 't verstoan Door? Nou, a'j 't goed meint, gêf mien oe hand...."

Zukke weldoenders wil je dus in eere houwe, niewaar ... en op d'r beurt 'n voordeeltje gunne ... "Maar as doofstomme zijnde, mot je denke an alles. Soms gooide die mensche wel 's geld uit de rame, en as 'k dat dan zag, raapte ik 't wel op; maar viel 't achter me rug, dan liet ik 't legge ... Je ben ommers doof óók, moch' je nooit vergete.

Domenei mot niet kwoalik nemen, dat zin duuvelse vroagen.... Zeg ik!"

Als je zeggen zoudt dat de groote kapitalen zooals ze tegenwoordig op den winkel praten ons den dood doen, en dat die de wereld uit moeten, en ook verdeeld moeten worden, net als alles in de Maliebaan, of ievers anders, dan, zeit meester, en ik mot zeggen dat was het naadje van de kous dan, zeit ie, als die kapitalen er niet meer waren, dan zou je nooit van zijn leven een groot werk zien tot stand komen.

En de kerels nijdig terug, dat ze nou al zoo lang er om loopen, dat 't nou 's uit zijn mot,... zoodat je aan 't eind ligt te rillen bij de gedachte, dat ze wel 's zouën kunnen binnenkomen." "Nou; wat dan nog?" lachte De Veer, "als je 't nu toch eerlijk niet hebt?"

Juist had Van Halen een en ander besteld, toen er vier kerels van een allerongunstigst uitzicht binnenkwamen, die op luidruchtige wijze een kan Haarlemsch bestelden. »Ja, ja! heb maar geduld en houdt jullie je leelijke gezichten een beetje! Eerst mot deze Edele Heer geholpen worden!" Onze schipper had weinig lust, om met dit ruwe viertal in aanraking te komen.

"Kobus," hakkelde ze, na elk woord kaarswalm-asperges happend: "Kobus je mot jij mot de bure wekke...." "Stil suscht!" zei hij, her-trappend. Als 'n moordenaar sluipend, kroop-ie de laatste treden op naar de kamer van Chris, naast den zolder. Zachjes opende-die de deur. As ze 'r wat van zouen zeggen, kon-ie makkelijk antwoorden, dat-ie onraad gehoord had.

"Ik kan wel zien dat het goed afgeloopen is," zei de hospita, toen de candidaat thuis kwam en de trappen opvloog om zich te verkleeden en een brief aan zijn vader te schrijven. "Ik kan wel zien dat het goed afgeloopen is," zei ze tot den vriend, die beneden wachten bleef om vervolgens hem in triomf naar de sociëteit te voeren; "ik heb de heele week al gedocht, meheer mot zeker een examen doen!

"Lou, het paard mot van de stoep, zegt de politie!" "Dan zal ik het binnen brengen." "Ben je dol!... 't Beest is te dik!" "Niks te dik! Kijk maar!" De dikke, zware merrie schuurde met haar vleezig lichaam tegen de muren van ons nauw portaaltje. "Je maakt 'm heelemaal wit," zei ik nog.