United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijnheer de baljuw zag de overste een oogenblik aan; daarop maakte hij zoo'n halve buiging, eenigszins uit de hoogte, voor hem en zeide: "Met uw verlof, mijnheer de overste, mijn stok." De overste zag een weinig verlegen op: gaf hem den stok, en toen de oude heer de kamer uitging, ging hij hem na.

"Zet dan dat licht neêr en ga naar binnen, in de kamer, en laat mijne vrouw niets merken, maar zeg aan den baljuw dat er iemand is, die hem verlangt te spreken, en breng hem dan bij mij." Nu, dat gebeurde, en de oude heer kwam binnen en zeide: "Goeden avond, mijn jongen; wat wilt gij, en wat doet ge hier in de kamer van den burgemeester?"

Waarom de molenaar Voss geen bankroet kan maken, en hoe hij mijnheer den baljuw in grooten nood bijstaat. Gedoopt ben ik, en ik heb ook peetooms gehad, vier stuks. En als mijne vier peetooms nog leefden en met mij over de straat gingen, dan zouden de menschen stil blijven staan en zeggen: "Kijk, wat zijn dat stevige kerels!

Mijn zoon, dan kunt gij heengaan, maar ik zal er aan denken, wat gij gisteren en heden gedaan hebt." Frederik ging en was in zijn hart boos op den schout en op den baljuw. "Waar wil hij aan denken?" vroeg hij zich zelven af, toen hij op de gang stond.

"Mijnheer de baljuw," zeide Fieken, "mijn vader en onze boeren hebben altijd veel goeds van u verteld, en daarom ben ik zoo vrijpostig, van in mijn leed eens bij u te komen." "Wat hebt gij dan wel op uw hart, mijn dochtertje!" vroeg de oude heer vriendelijk, haar zijne hand op het hoofd leggende.

"Ja, ja, een Wilhelmusje, een Wilhelmusje!" antwoordde Joost Van de Werve, dien we wel eens uitscholden voor "Spanjool" omdat zijn grootvader, die ook Joost heette, Baljuw onzer stad en het land van Voorne was, toen de dappere Watergeuzen haar innamen.

De vrouw van den baljuw was met mamsel Westphalen reeds weder naar het slot gegaan, en bij het overige gezelschap liet zich de vermoeidheid gevoelen, toen de politiedienaar Luth van zijn rit naar Kittendorp terugkwam en mededeelde dat mijnheer de landraad vele groeten liet doen en zijn eigen kamerdienaar had meêgegeven, ter zake van het zilverwerk.

Een schepen, vijand des adels, antwoordde op deze rede: Heer baljuw, het is strijdig met de rechten en costumen van den lande, proppen te steken in den mond van hen, die men ondervraagt, want zij zijn hier om de waarheid te zeggen en gevonnist te worden volgens hunne rede.

Mijnheer de baljuw, gij vergunt mij wel, dat ik niet buig voor zoo'n bengel, en neem 't mij niet kwalijk, als ik onbescheiden ben." "Molenaar Voss," zegt de oude heer, "wees bedaard, molenaar Voss! Het proces komt immers ook eens ten einde! want het is in vollen gang." "In gang, mijnheer de baljuw?

De oude schout keek mamsel Westphalen aan en dan weêr mijnheer den baljuw; hij was geheel ontsteld; al de tegenwerpingen, die hij gemaakt had, waren wederlegd; hij zocht naar nieuwe en vond die niet, totdat hem ten laatste datgene inviel, wat hem op 't laatst altijd inviel; hij krabde zich dus achter de ooren en zeide: "Ja, mijnheer de baljuw, ik moest eerst hooren wat moeder ervan zegt."