United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze hadden kleederen aan, en wisten zooveel als de Goden. De man heette Manco Capac en de vrouw Mámá Ocollo. Manco Capac leerde den mannen allerlei mannelijke bedrijven en handwerken, en Mámá Ocollo leerde aan de vrouwen spinnen, weven en velerlei huiselijk werk. Na den dood dezer twee zette hun zoon het werk zijner Ouders voort, en gaarne erkenden de Peruanen ook dezen tot hun Opperhoofd of Inka.

Verder werd er verteld, dat Atahualpa met zijn overwinnend leger een kamp in het gebergte betrokken had, niet ver van de staat Caxamalca, om in een' volgenden veldtocht de laatste aanhangers van zijn' broeder te onderwerpen. Zoodra Pizarro dit alles hoorde, nam hij het stoute besluit om Inka Atahualpa in zijn kamp een bezoek te brengen.

Toen zij nu het volk geteld en de schepen daarnaar verdeeld hadden, scheidden de vloten van elkander; van neef Teunis is naderhand bericht gekomen, van neef Inka nimmer. Neef Teunis voer langs de kust door de straat der Middellandsche zee. Toen het Atland verzonken is, was het aan de oevers der Middellandsche zee ook erg toegegaan.

Als de beide neven het aldus niet eens konden worden, ging Teunis heen en stak een roode banier in het strand, en Inka eene blaauwe. Daarna mocht ieder kiezen, wien hij volgen wilde, en o wonder, tot Inka die er een afkeer van had, om de koningen van Findas volk te dienen, liepen de meeste Finnen en Magyaren over.

Crucifix en Brevier in de handen houdende, begon de Geestelijke terstond voor den Inka het Evangelie te prediken, doch het slot was, dat de Inka zich diende te onderwerpen aan het gezag van den machtigen Keizer Karel en dat hij zich moest laten doopen en Christen worden.

Hij stond zelfs toe, dat zijn eigen mannen hem bedienden en dat hij met de Edelen en Bevelhebbers van zijn leger mondelinge gesprekken had om zijne bevelen te geven. »Quippos« echter mochten door hem niet verzonden worden, en bij elk gesprek, dat hij hield, was Felipillo tegenwoordig en daar deze tegen den Inka eene grief had, zoo behoefde Pizarro niet te vreezen, dat hem wat van het onderhoud zou verzwegen worden.

Die gelegenheid kwam. We zeiden hierboven reeds, dat het geslacht der Inka's eigenlijk tot geen' stand behoorde, en daarom was er bepaald, dat de zoons uit dat geslacht slechts met de dochters uit dat geslacht, sommigen beweren met hunne eigen zusters, mochten huwen. Ook Inka Huana Capac had dat gedaan, en uit dit huwelijk had hij een' zoon Huascar geheeten.

Hij zou den Inka benoemen en hem even als Atahualpa bij zich en onder zijn rechtstreeksch toezicht houden. Een broeder van Huascar werd gevonden en deze heette ook Manco Capac, doch als Pizarro had gemeend in dezen jongen Vorst een werktuig te vinden, dan had hij zich vergist.

De heele oppervlakte van het Rijk was in drie deelen verdeeld, en die deelen behoorden aan den Hoofdgod, den Inka en zijn geslacht, en het Volk, doch alle drie de deelen moesten door het Volk bearbeid worden. Geen land werd veroverd, of de bodem werd terstond staatseigendom, en op de bepaalde wijze verdeeld.

Het kamp van Atahualpa kon uit Caxamalca gemakkelijk gezien worden, en één blik erop was voldoende om elken avonturier den schrik om het hart te doen slaan. Gelegerd tegen de hellingen van het gebergte, was het kamp niet te overzien. Duizenden en duizenden soldaten bewoonden daar tenten, die met de meeste orde opgeslagen waren, en nergens was iets te ontdekken, dat op gebrek aan krijgstucht wees. De soldaten waren goed gewapend en uit alles bleek, dat ze ook aan eene soort van exercitie onderworpen waren en den oorlog voerden naar krijgsregelen. Wat moest men hier beginnen? Pizarro zou het zijn volk duidelijk maken, en hij had het voorbeeld van Cortez in zijn voordeel. Het was een waagstuk den Inka gevangen te nemen, dat gevoelde ieder, maar