United States or Kuwait ? Vote for the TOP Country of the Week !


IZABEL. Gy zyt verkeert, myn Heer, ’k hou van die kanker niet, Die dag en nacht vreet, met de nasmaak van verdriet. Zo niemand niet meer hield als ik van ’t procedeeren, Jy, en jouw aanhang mogt wel voort wat anders leeren. Vaar wel. WOUTER. Maar hoor... IZABEL. Neen, neen; uw praat is my niet lief. WOUTER. ’t Is geen Exploot. IZABEL. Wat dan, een Liedje? WOUTER. ’t Is een Brief.

Lena echter had nu haar werk met den kleinen woelwater, en toen zij hem in zijn bedje had neergelegd, was zij alleen. Doch zij was niet zoo opgeruimd als anders. Het gesprek van zooeven kwam haar weer levendig voor den geest, en al was het met een scherts geëindigd, in dien scherts lag een bittere nasmaak.

Zelfs in de vorige eeuw, toen de Turksche opperheerschappij alles in een diep duister hulde, hebben oude reizigers bij de behoeftige naburen der Akropolis, een naklank en een nasmaak van het beroemde oude Attisch zout en vernuft ontdekt.

Hij voelde den ongeschikten nacht, de mizerie van de scherpe tabakslucht, den nasmaak van 't overspelig feestgepraat gemengd met de zuurheid van bedorven wijnmoer en bedervende vruchten. Heel stil vroeg hij: Zal ik wederkomen? Toen keek zij hem aan. Tranen vloeiden over hare wangen. Maandag.... ja.... zei ze. Ze zei 't haast onhoorbaar.

Wederom zweeg Jean Valjean, zijn keel bevochtigende met een inspanning als hadden zijn woorden een bitteren nasmaak, en hij hernam: "Wanneer zulk een afschuw op ons rust, heeft men het recht niet dien aan anderen, zonder hun weten, mede te deelen; men heeft het recht niet, hen met zijn pest te besmetten; men heeft het recht niet, hen in zijn afgrond mede te sleepen, zonder dat zij 't weten; men heeft het recht niet, hen zijn rood boevenbuis te laten dragen; men heeft het recht niet, listig het geluk van anderen door zijn verworpenheid te storen.

En zij lachten van genot, die adellijke hoeren! Verheug u, mijn vriend, niettegenstaande uwe visch en uw kort bier. Is de nasmaak van haring wat flauw, flauwer nog is de reuk van die laagheid! Zij, die gemoord hebben, gastreeren nu; en met hunne handen, waar nog bloed aan kleeft, ziet men ze vette ganzen voorsnijden, om de vleugels, de billen en de stuit te bieden aan schoone freules van Parijs.

De nasmaak van de pleizieren van den vorigen avond was bitter, was hij dan weêr een groen losbolletje geworden? Gedurende het wasschen nam hij zich onherroepelijk voor in 't vervolg geregeld naar buiten te gaan.

Zij gelijkt wel op de verderflijke deerne, waarvan Salomo in zijn spreuken gewaagt: hare lippen zijn zoeter dan de gouden honing, maar de nasmaak is bedwelmend als absinth en hare voeten reiken tot in den dood. Simon, gij zondigt eerstens tegen u zelven.

Er hadden afschuwelijke riooloverstroomingen plaats. Somwijlen was de spijsvertering van deze maag der beschaving slecht; het riool steeg op in de keel der stad en Parijs had den nasmaak van zijn slijk. Deze overeenkomst van het riool met de wroeging had iets goeds.

De deurwaarder overhandigde hem tevens het papier. Hij opende het, en wijl hij bij de lamp stond, kon hij lezen: "De president van het hof van assises betuigt den heer Madeleine zijn hoogachting." Hij frommelde het papier in zijn handen, alsof deze weinige woorden een vreemden, bitteren nasmaak hadden. Hij volgde den deurwaarder.