United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De jonge rekruut die nog nooit in het vuur geweest was, boog bij iederen kogel zijn hoofd op zij en rekte zijn hals uit, ook daarom lachten de soldaten. »Ken je hem, vroegen zij, dat je hem zoo groet?"

Zij praatten en lachten en aten, eerst "karbenoaden en saucietjes" met aardappels en daarna pannekoeken die zwommen in melk, met boter en met bruine suiker. Het bier stroomde overvloedig en de koffie stond geurend op 't fornuis te dampen.

Ach! hoe slecht kende hij de rijke weduwe, die hem had uitgezonden, en wier ijdelheid had willen pronken. Wat wist hij weinig van 't hart der Stavorensche burgers, die stoepen hadden gebouwd van louter goud, alleen om meer te schijnen dan de Hollanders! Zij hadden slechts achting voor voos vertoon, en ze lachten wat om de Danzigsche tarwe.

Zij konden niet tot een vergelijk komen. In de kleine woning achter het marionetten-theater leefde men als in een belegerde vesting. Men kon niets anders doen dan verhongeren. Donna Emilia en don Antonio waren beiden jonge vroolijke menschen, maar nu lachten zij nooit meer.

Allen lachten, terwijl zij neef Benedictus aankeken. Onder dergelijke en vele andere gesprekken, die zoodra neef Benedictus er deel aan nam, altijd over een of ander punt der entomologische wetenschap liepen, vervlogen de lange uren dezer langdurige zeereis. Met een altijd schoone zee, maar met winden die de schoenerbrik verplichtten zoo dicht mogelijk bij den wind te houden.

Bovendien hadden zij zulke machtige duvel-duvels in hun bezit geweren die heel snel en veel keeren achtereen schoten, dingen van ijzer en koper die de schoeners deden varen wanneer er geen wind was, en kisten die praatten en lachten juist zooals menschen praatten en lachten.

Parti! zei meneer François, terwijl hij even lachte, met plompen lach. Die andere heeren lachten ook wel eventjes, maar gedwongen, en schuw als 't ware, terwijl zij elkaar met vaag-wantrouwige blikken van terzijde aankeken.

Trouwens, al de wijven uit de buurt hielpen haar bij haar vlucht, lachten ons uit en wezen ons den verkeerden weg. Na verscheiden malen heen en weer te hebben gemarcheerd, moesten we naar het wachthuis terugkeeren zonder een bewijs van den gouverneur van de gevangenis.

Eenige boeren die aan het hooien waren, kwamen in den looppas het het land af naar den weg toe, met de zeis over de schouder, aanhollen om ons te zien. Een hunner, een jonge, blonde man, riep ons toe: "Komt jelui van Peking?" "Ja!" Toen zwaaiden allen met de muts en schreeuwden: "Hoezee!" Wij lachten.

Trots het slingeren van 't schip slaagden de gymnastische standen van twee en drie hoog menschen op elkaar vrij goed en toen ze éénmaal door de zee werden omgeworpen lachten de executanten het hardst.