United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


In den vroegen morgen van den 5den September varen wij de golf van Albay binnen, en houden ons dicht onder den noordelijken wal, om de talrijke banken te vermijden, die zich langs de zuidkust, ver in zee uitstrekken. Ter wederzijde van de golf verheft zich eene keten van boschrijke bergen.

Izanagi en Izanami stonden op de Drijvende Brug van den Hemel en zagen in den afgrond neer. Zij vroegen elkander, of er ver beneden de groote Drijvende Brug een land gelegen was. Zij namen het besluit, daarnaar onderzoek te doen. Om dit te doen, lieten zij een juweelen speer neer en vonden zij den oceaan. Beide godheden daalden naar dat eiland af.

't Was Zondag, de bureaux derhalve gesloten, onmogelijk dus voor ons om zoo'n bewijs te bemachtigen. Wij vroegen den directeur van het hotel om raad. Een Engelschman, die ons gesprek hoorde, bood ons onmiddellijk zijn kaarten aan.

Palmerin en Selvianus vroegen hem, hen mede te nemen op het schip, dat spoedig weer zee koos, en niet lang daarna kwamen zij te Constantinopel aan, waar zij bij den Keizer gebracht werden.

Toen de twee troepjes elkaar tegenkwamen, waren het de vrouwen die een ernstige en waardige ingetogenheid in acht namen, alsof ze 't lachen nog nooit geleerd hadden, terwijl daarentegen de mannen praatten, groeten wisselden, lachjes verkochten en zes vragen deden om een half antwoord te krijgen. "Is het meer kalm? Gelooft u dat we mooi weer zullen krijgen?" vroegen de moeders.

Nog begrepen zij de oorzaak der opwinding niet, en toen ze vroegen, wat het alles beteekende en wat men van hen wilde, kregen ze enkel snauwen ten antwoord en een regen van steenen. Eer ze tijd hadden, zich te weer te stellen, raakten ze van elkaar af onder de woedende volksmenigte, die hun met steenen en stokken te lijf ging, tot ze bewusteloos op straat lagen.

Was 't wonder dat hy weinig zeide tot de meisjes op zyn weg, die hem vroegen: "waarheen, vanwaar?" zooals de groet is in die streken? Was 't wonder dat hy Serang, niet meer zoo voornaam vond, hy die Batavia had leeren kennen?

Ziet, zeide hij, terwijl hij met woede op het dek stapte en schuddebolde, ziet in welken afgrond van vuile, zwarte en afgrijselijke gruwelen ik gevallen ben, toen ik den voet in deze verdoemde kuip zette. Zoo ik hier niet was, zou ik, gezalfd door den Heer.... Met hondenvet? vroegen de Geuzen.

Zijn kermen trok de aandacht van de komedianten, en de vrouwen maakten zich ongerust over de nabijheid van den zieke. "Wat scheelt hem toch? vroegen zij, op angstigen toon. Het is toch niet de gele koorts? Waarschijnlijk wel;" antwoordde ik met een zeer ernstig gezicht; en de verschrikte troep ontruimde dadelijk de hutten om zich naar het andere einde van het schip terug te trekken.

"Zijn wij nog ver van de Ser-afschan?" vroegen wij ongeduldig, nu eens aan Gassane, die er zich op beroemde dat hij de gansche streek nauwkeurig kende; dan aan een Jood, die in het edele Samarkand geboren was, of aan anderen, van wie wij vermoedden dat zij ons konden inlichten. "Nog twee mijlen," zeide de een; "nog drie mijlen," beweerde de ander; "nog vijf of zes mijlen," riep ons een derde toe.