United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Neef Benedictus," zooals men hem steeds en niet alleen in zijn familie noemde, en werkelijk was hij een van die goede wezens die door iedereen met den naam van "neef" begroet worden, neef Benedictus, die altijd in de war scheen te zijn met zijn lange armen en beenen, zou zich, zelfs in de meest gewone omstandigheden van het dagelijksch leven, niet hebben kunnen redden.

De Pelgrim kon bij de zwakke bries niet spoedig het oosten halen en meer dan ooit verlangde hij die streken te bereiken, waar de wind hem gunstiger zoude zijn. Wij mogen vooral niet verzwijgen dat neef Benedictus getracht had den jeugdigen leerling in de verborgenheden der entomologie in te wijden. Maar Dick Sand had niet de minste neiging voor de beoefening dezer wetenschappen beloond.

Alleen verklaarde hij dat hij dit land niet was komen "bezoeken", om er met de handen in de zakken in rond te wandelen en dat, zoodra Hercules hem weer belette jacht te maken op de cocuyo's en andere vuurvliegen, Hercules met hem, neef Benedictus, zou te doen hebben. Deze bedreiging scheen den reus nog al geen bijzondere vrees in te boezemen. Evenwel nam Mevr.

Toen ontsnapte aan Sand een smartelijke kreet; hij verliet onmiddellijk het dek en begaf zich haastig naar de kajuit waar Mevr. Weldon met den kleinen Jack, Nan en Neef Benedictus zich ophielden. "Een eiland! 't was maar een eiland!" zeide hij. "Een eiland, Dick! maar welk?" vroeg Mevr. Weldon. "De kaart zal 't ons zeggen." En even heengaande, kwam hij met de kaart terug.

Maar terwijl neef Benedictus de steile kust beklom, om den rand van het bosch te gaan doorsnuffelen, verwijderde Negoro zich, naar de rivier terugkeerende, met langzame schreden en verdween hij terwijl hij den steilen waterkant voor de tweede maal beklom. Jack bleef altijd door slapen. Mevr. Weldon liet hem op den schoot van Nan en daalde naar het strand af.

Wat neef Benedictus betreft, ook deze had men evenmin als aan Dingo een plaats in de marschorde kunnen aanwijzen. Tenzij men hem aan een leiband gehouden had, zou hij haar niet bewaard hebben. In het eerst maakte Mevr. Weldon zich ongerust en riep hem elk oogenblik, maar niets mocht baten.

"'k Moet je gelijk geven, mijn kind!" antwoordde Mevr. Weldon, die zich zeer ongerust maakte. "En u, mijnheer Benedict," vroeg Dick Sand, "wat dunkt u van dit plan?" "Ik?...." antwoordde neef Benedictus. "Ja, hoe zoudt u er over denken?" "Ik kan geen raad geven," antwoordde neef Benedictus. "Ik vind alles goed wat men voorstelt en ik zal alles doen wat men wil.

"Niet veel bijzonders, die nachtelijke, zesvleugelige insecten die zich de verwenschingen van Virgilius en Horatius op den hals gehaaid hebben!" hernam neef Benedictus, zich daarbij in zijn geheele lengte oprichtend. "Niet veel bijzonders, die naaste bloedverwanten van de 'periplaneta orientalis' en van den Amerikaanschen kakkerlak, die de schepen bewonen...." "Verpesten...." zei kapitein Hull.

De wereld is groot genoeg voor u en voor mij!" "Wel, wel!" zei kapitein Hull. "Ja mijnheer!" "Welnu, mijnheer Benedict," hernam kapitein Hull, "een ander, lang voor Sir John Franklin, heeft dit al gezegd!" "Een ander!" "Ja en die andere is oom Tobias." "Een entomoloog?" vroeg neef Benedictus levendig. "Neen!

Neef Benedictus meende er dus een goeden voorraad van op te doen; maar Hercules liet er hem den tijd niet toe, en bracht hem, ondanks zijn tegenstribbelen, naar de halte terug. Want als Hercules een consigne had, dan bracht hij het op militaire wijze ten uitvoer, 't geen voorzeker een aanzienlijk aantal lichtvliegen van gevangenschap redde in de blikken bus van den entomoloog.