United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"lederen keer, als ik haar staart wilde grijpen, liep zij verder en op 't laatst zagen wij Julia nergens meer." "En waarom liepen jullie toen niet terug?" vroeg Nel. "Wij durfden ons niet omdraaien. Wij wisten ook heelemaal niet, hoe ver we geloopen waren." En op eens barstte Hans in een zenuwachtig schreien uit. "O, we waren toch zoo bang."

Slaat d'r nou niet!... 't Is toch geen doodzonde!... Met slaan kom je niet terug!" "Zoo'n stommeling!" "Zal ik je zoover den weg wijzen?" Ze liepen den weg weer terug. Moeder voorop met den boer. Zij, achteraan met het loodzware pak langs de rechterheup. D'r oogen gloeiden in d'r hoofd, d'r tong plakte hard en droog tegen d'r verhemelte.

Alles was gewoon, hard-gewoon op straat; de menschen liepen en praatten en lachten alsof er niets was gebeurd. En op kantoor zat een duitsche reiziger op hem te wachten, die hem verwelkomde met veel strijkages en luidruchtige complimenten. Hij was onaangenaam kort, een beetje onhebbelijk tegen dien man. Hij stuurde hem gauw weg, liefst had hij hem de deur uit laten gooien.

De stroomingen der zee, ook dat had hij ondervonden, liepen niet steeds in dezelfde richting, zoodat een stuk hout, een boom of een riet, al eene heel vreemde reis langs het water konden gedaan hebben, eer ze hier op de kusten aanspoelden.

"De Spaansche scheepskapiteins verzetten zich tegen deze beslissing; zij wilden in een spaansche haven binnen vallen, en als dit niet te Cadix kon geschieden, wilden zij naar de golf van Vigo, die op de noordwestkust van Spanje ligt en niet geblokkeerd werd. "De Fransche admiraal was zwak genoeg om toe te geven en de schepen liepen de baai van Vigo binnen.

Synde voor al wel in aanmerking te neemen, hoe sterk dat de bewegende Vesels der Spieren in haare contractie in een krimpen, soo dat ik se wel bykans driemaal dikker in sommige Dieren op die tyt heb sien worden, als wanneer sy in haare geduurige en naturelyke contractie waren. Waar door dan alle haare inhoud, die in de vaten, dewelke daar door liepen, ingevloeit was, met kragt uytgeperst wierd.

Hooggeboorde leegloopers liepen druk-gesticuleerend langs de pilaren. Ze wisten bijzonderheden. Er waren ook grappenmakers. Een had een woordspeling gemaakt op den naam van den dooie... Hahaha!... Wat? Nou, wat?... Nee, mis!.. Hahaha!.. Goeie, zeg... Flauwe bliksem!...

Bij de deuren groepten mannen met das hoog om den hals en deuk-zwarte hoeden. Er liepen anderen aan, die wipten de stoep op, verdwenen in de donkerte van het huis, geslokt door de nacht-schemering der sjaggerhal, de hal met de glimmrende ramen. Het was een geloop in en uit, stommel van zwarte figuren, hoofden bleek onder hoeden, gestappel op stoep, voorbij den hurkenden schoenjood.

Een deel der krijgers stak in de vaartuigen de gracht over, en drong door eene ijlings in den muur gegravene opening de stad binnen, brak daarop de Wittevrouwenpoort open, en gaf den Bisschop met diens volgers den toegang. De Utrechtenaars, door 't gerucht en de kreten thands gewekt, klepten de noodklok, liepen ondanks het nachtelijk donker te wapen, en verzetteden zich met kracht.

"Dat duurt maar, tot de zomer voorbij is," riep de jongen in 't voorbijgaan. "Wie ben jij?" riep de woerd. "Ik heet, "door de kraaien gestolen"," schreeuwde de jongen. Tegen den middag sloegen de kraaien neer op een openbare weide. Ze liepen rond om eten te zoeken, maar niemand van hen dacht er aan den jongen wat te geven.