United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niemand merkte hoe de zon nu schuin heur stralen over de weide schoot en 't al in rijker goudglans deed boenen. Lijk mieren stonden en wroetten de maaiers daarin en de hoog geladene wagens voerden 't hooi naar huis. Maar wie kon het schelen! De drie kerels zaten met een wezen purper gezwollen, glimmend van zweet en ze zwaaiden de armen en hunnen hoed lijk Janklaas in het poppenspel.

En dan schuimde dadelijk het geweld weêr op, dan geeselde de bezetenheid het arme en weêrspannige lijf, dan won de drank het van de afmatting, en in overspanning strekten de spieren zich stijf, de armen zwaaiden, en de slag der voeten klonk forsch als in den voornacht.

Nauwelijks waren de vrouwen en kinderen voor de tent neergehurkt, toen ongeveer zestig eilanders zich door de struiken een weg baanden en onder vreeselijk getier op ons afstormden, terwijl zij hun lange speren boven hun hoofden zwaaiden en korte, dikke stokken naar ons toe slingerden.

Ondertusschen was in de verte de dichte regen loodrecht blijven vallen; maar na een kwartier ongeveer begon de wind er van onderen tusschen te spelen en de stralen van den regen zwaaiden heen en weer, eerst lang, vervolgens hooger op, naarmate de wind klom, tot eindelijk de gansche watermassa een schuinsche richting kreeg, ik reken zoo van een hoek van dertig graden met den horizon.

Alva en de zijnen waren grootendeels verwonderd over den eenvoud dier buitenlieden, die zongen en dansten, te midden van een leger, dat in slagorde stond. En allen, die in de wagens zaten, schonken wijn aan de Spaansche soldaten. En de Maranen zwaaiden met de hoeden en juichten hen toe.

Hij streed tegen de Scandinaviërs, die met vischschubben overdekt waren, tegen Negers op rosse muildieren en met rondassen van nijlpaardenleer; tegen koperkleurige Indianen, die boven hun veeren hoofdtooi breede spiegelblanke klingen zwaaiden. Hij verwon holbewoners en menschen-eters.

En in de zingende volte der straat daar zwaaiden en ijlden losgelaten en bezeten schepsels, wilde wezens in de kleuren voort; geslachtloos schenen ze; mannen in vrouwenrokken en vrouwen als mannen vermomd, in witgestijfselde jakjassen en in onderbroeken, oranje geverfd met afkooksels van fernambuk en provinciehout.

Zij waren geheel naakt, en hunne lange haren fladderden wild over hunne aangezichten; met knoestige stokken in de hand sprongen zij van den grond op, zwaaiden hunne armen boven het hoofd en lieten het afschuwelijkste gegil hooren.

De vooruitgezonden boodschappers hadden verteld, dat de hoofdman zes bleekgezichten meebracht, en de Roodhuiden gaven aan hun blijdschap daarover lucht op een wijze, waartoe slechts wilde volken in staat zijn. Zij zwaaiden met hun wapenen en schreeuwden zich letterlijk heesch, waarbij zij de verschrikkelijkste bedreigingen uitbraakten.

Hij boog zich over haar, benauwd fluisterend: Wie heeft u hier gezonden? Hij merkte dadelijk hoe bang zijzelve werd en hij week, op een ende uitberstend met schrikkelijke woede. Zijne armen zwaaiden toornig ommentweer en dieper zakten de rimpels in zijn voorhoofd. Hij riep: Wie? Wat komt ge hier praten van iemand ... die onze moeder is?