United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weer rolde er een steen naast hem dook iets donkers op, voor hem uit eveneens; twee sterke handen omklemden zijn keel als een schroef; twee andere handen drukten zijn armen tegen zijn lijf aan; hij kon geen adem halen, en werd bewusteloos. Toen hij weer bijkwam, lag hij tusschen twee mannen, die de punten hunner messen op zijn ontbloote borst gericht hielden.

De soldaet lag op een bed van wilden Thym; het geurde rond hem in zoeten balsemdamp. De lieve Veldklok boog hare bellekens over zyn voorhoofd; lager, aen zyne voeten, hief de hemelblauwe Gentsiane hare prachtige kelken tot hem op."

Toen zei de musch: »Broertje-lief, ga maar mee naar de stad, dan zal ik wel zorgen, dat je genoeg krijgtZij gingen toen samen naar de stad, en bij een slagerswinkel, zei de musch tegen den hond: »Blijf nu even staan, dan zal ik een stuk vleesch voor je afpikkenZij vloog den winkel binnen, en keek eerst rond of het niemand zag, toen pikte en rukte en trok zij zoo lang, tot er een stuk vleesch naar beneden viel, dat op een kantje lag.

Heel den langen dag, toen de ganzen met den vos speelden, lag de jongen in een verlaten eekhoornsnest te slapen. Toen hij tegen den avond wakker werd, was hij heel bezorgd. "Nu word ik gauw naar huis gestuurd," dacht hij, "en dan moet ik me wel aan Vader en Moeder vertoonen."

De jongen lag te slapen op dezelfde plaats als Akka en de wilde ganzen, toen hij Donsje hoorde roepen: "Duimelot! Duimelot! Maarten, de ganzerik, wordt door een arend verscheurd!" "Neem mij op je rug, Donsje! en breng me bij hem," zei de jongen. Toen hij bij hem kwam, was Maarten bebloed en erg gekwetst, maar hij vocht nog.

Kwam het omdat hij lag te woelen in afwachting van den slaap, was het de invloed van het treurige weer en de gedachte aan den dood van Welentschuk?... zooveel is zeker, dat het mij voorkwam dat hij weende.

"'t Was goed, dat je dat nog eens te eten kreeg," zei de hond. Toen nam hij den eland meê naar een klein boschmeertje. Dat lag daar heel stil en blank, en weerspiegelde het strand, dat in dunne, lichte nevels gehuld lag. Toen Grauwvel dat zag, bleef hij onbewegelijk staan. "Wat is dat, Karr?" vroeg hij. 't Was voor 't eerst, dat hij een meer zag.

Tegen het aschgrauw-wordend Oosten lag de stad nog steeds te branden. 't Was als een rooken-vlammenzee, die er in alles-overweldigende dwarse deining overheen streek.

Zijne ouders feliciteerden hem recht hartelijk, en hij drukte moeder Anneke, die te bed lag, een kus op elke wang. En toen ging hij weer dadelijk naar de wieg, om zijn zoontje in oogenschouw te nemen. "Wel verschrikkelijk, wat schreeuwt dat kind!" zei Dik, die ook in de grootste verbazing naar het geluid van den nieuwen huisgenoot luisterde.

Toen kwam iets over haar drijven als eene somberheid van wolken en zij huiverde voor wat eensklaps door haar heen klotste: een breede stroom van zwartheid, als lag er veel modder op de bedding van dien stroom, als borrelde die modder naar boven in troebele kringen, die grooter werden en grooter!