United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar ligt ze nu, het arme, moedige, lieve schepseltje als verpletterd door deze vreeselijke tijding, daar ligt ze nu alleen, door iedereen verlaten in haar ellende. Geen liefderijke hand is er, die zich naar haar uitstrekt, geen woord van troost of medelijden wordt tot haar gesproken. In dit oogenblik van angst en felle smart hoort zij ook hare stemmen niet.

Al de dames uit het dorp, de echtgenooten van den hoofdman uitgezonderd, zijn spoedig bijeen vergaderd in de hut waar wij onzen intrek hebben genomen. Het trekt onze aandacht, dat de vruchtbaarheid in dit dorp niets te wenschen schijnt over te laten. Twee vrouwen houden haar zuigelingen aan de borst; men roept ons om een der jonggeborenen van nabij te zien, een zwak, ziekelijk schepseltje.

"Och! mijn waarde Heer!" zeide Helding, terwijl hij den aangeboden roemer al snikkend ledigde: "Ik kan nooit over een lief meisje hooren spreken, of ik denk om mijn arme dochter, die ook eens zoo braaf en goed was, en thans ... och! och! Mijnheer Lodewijk zal zich wel herinneren, welk een braaf, beminnelijk schepseltje het was, alvorens een schelm haar ... och! och!"

Ze schreef hem een brief, waarin ze al haar grieven luchtte en hem openhartig stelde voor het ultimatum: die of ik. Hij smeekte haar om haar vriendschap, riep zijn omgeving tot getuige, dat hij door "het zoete geheim" als mensch niet was gezonken, verzocht haar, het arme schepseltje de gevoelens niet te misgunnen waarop zij immers geen aanspraak maakte.

Landa zegt: "De vrouwen gingen zeer ruw met haar kinderen om; het kleine schepseltje was nauwelijks vier of vijf dagen oud, of zij legden het op den grond, op een bed van stokjes en riet, met het gezichtje voorover; dan klemden zij het hoofdje tusschen twee plankjes en drukten het met kracht, totdat, na verloop van eenige dagen, het hoofd den vereischten platten vorm had aangenomen."

Op menigen warmen zomerdag had het haft, dat kleine schepseltje, om zijn kroon heengedanst, geleefd, gezweefd en zich gelukkig gevoeld, en rustte een oogenblik in stille gelukzaligheid op een der groote, frissche eikeblaren uit; dan zei de boom altijd: «Arme kleine! Slechts een enkelen dag duurt uw geheele leven! Wat is dat kort! Het is toch treurig!» «Treurig?

»'t Is slechts een schaduw," zeide hij troostend, »een wolk voor de zon, die snel voorbijdrijft, en dan zult gij mijn nachtegaal zijn en morgenster!" »Ach ik ben een onverstandig schepseltje," zeide zij nederig, »maar gij zult mijn leermeester zijn," en zij hief het lieftallig gelaat vol vertrouwen tot hem op. Zij reikte hem de hand, en hand aan hand wandelden zij den heuvel af naar huis.

Zij zag niets dan woeste gezichten van verdierlijkte wezens, die tot de menschheid niet schenen te behooren. Zij keerde naar de wigwam terug, om hare moederlijke zorgen aan het kind te wijden, dat haar met zwakke stem riep. Zermah trachtte het arme schepseltje, dat zij in hare armen nam, te troosten. Hare omhelzingen verlevendigden het lieve kind eenigermate.

Men kan gerust verzekeren, dat iedereen een Muis, die in een hokje is opgesloten, een aardig dier zal noemen; zelfs de dames, die in den regel een hevige, ofschoon volkomen ongegronde vrees koesteren voor een Muis, die haar in de keuken of in den kelder voorbijloopt, zullen bij het zien van een gevangen Muis moeten erkennen, dat zij een lief schepseltje is.

Het krabde hem in het gezicht, trok hem bij de haren, en kraaide tusschenbeide van pret. "Ja, kraai nu maar, arm schepseltje!" zeide tante Chloe. "Het zal u ook wel eens overkomen. Gij zult het ook nog beleven dat uw man verkocht wordt, of gij zelve. En de jongens, zij zullen ook wel verkocht worden, denk ik waarom niet? als zij tot iets beginnen te deugen. Negers behoeven immers niets te houden."